Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Week 20 - Test Yourself Theme 6 (3 basis)
Test Yourself Theme 6
Je kent woorden die te maken hebben met kwesties/goede doelen/meningen
je weet hoe je de verleden tijd/de vtt/duurvorm verleden tijd gebruikt
je weet hoe je some/any en samenstellingen gebruikt
Good luck!
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Test Yourself Theme 6
Je kent woorden die te maken hebben met kwesties/goede doelen/meningen
je weet hoe je de verleden tijd/de vtt/duurvorm verleden tijd gebruikt
je weet hoe je some/any en samenstellingen gebruikt
Good luck!
Slide 1 - Tekstslide
Welke woord is de Engelse betekenis van
bijdragen
A
contribute
B
fundraiser
C
improve
D
charity
Slide 2 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
ongezond eten
A
healthy food
B
junk food
C
vegetarian food
D
comfort food
Slide 3 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
slachtoffer
A
fundraiser
B
volunteer
C
victim
D
hunter
Slide 4 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
bedreigd
A
splendid
B
virtual
C
safely
D
endangered
Slide 5 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
buurt
A
neighbourhood
B
environment
C
fundraiser
D
charity
Slide 6 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
rijk
A
poverty
B
charity
C
wealthy
D
healthy
Slide 7 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
milieu
A
neighbourhood
B
environment
C
fundraiser
D
charity
Slide 8 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
prullenbak
A
waste
B
lodge
C
bin
D
rennen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het Engelse woord voor dit voorwerp?
Slide 10 - Open vraag
Wat is het Engelse woord voor dit dier?
Slide 11 - Open vraag
Wat is het Engelse woord voor dit voorwerp?
Slide 12 - Open vraag
Wat is het Engelse woord voor deze persoon?
Slide 13 - Open vraag
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
shelter
A
hut
B
huis
C
onderdak
Slide 14 - Quizvraag
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
volunteer
A
jager
B
vrijwilliger
C
fondsenwerver
D
slachtoffer
Slide 15 - Quizvraag
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
improve
A
zeilen
B
vervuilen
C
protesteren
D
verbeteren
Slide 16 - Quizvraag
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
safely
A
veilig
B
gevaarlijk
C
arm
D
rijk
Slide 17 - Quizvraag
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
poor
A
rijk
B
arm
C
jong
D
oud
Slide 18 - Quizvraag
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
fundraiser
A
jager
B
vrijwilliger
C
fondsenwerver
D
rennen
Slide 19 - Quizvraag
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
pollute
A
zeilen
B
vervuilen
C
disaster
D
verbeteren
Slide 20 - Quizvraag
Welke woord is de Nederlandse betekenis van
verbazingwekkend
A
splendid
B
great
C
astonishing
D
amazing
Slide 21 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
wees
A
hunter
B
volunteer
C
shelter
D
orphan
Slide 22 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
reizen
A
survive
B
travel
C
improve
D
contribute
Slide 23 - Quizvraag
Welke woord is de Engelse betekenis van
giftig
A
toxic
B
inflatable
C
nurse
D
ivory
Slide 24 - Quizvraag
Last week we ...(cycle) to the coast.
A
cycled
B
were cycling
C
have cycled
Slide 25 - Quizvraag
I ...(know) him since he was young.
A
knew
B
have known
C
has known
D
was knowing
Slide 26 - Quizvraag
Jack...(drive) home from work when it began to snow.
A
was driving
B
were driving
C
drove
D
driving
Slide 27 - Quizvraag
They ...(work) at a pet store last summer.
A
worked
B
were working
C
have worked
Slide 28 - Quizvraag
Make sentence starting with:
Last week I...................
Slide 29 - Open vraag
Would you like....coffee?
A
some
B
any
C
anything
D
something
Slide 30 - Quizvraag
She has ....to say.
A
anything
B
some
C
any
D
something
Slide 31 - Quizvraag
She doesn't know ...at this school
A
some
B
someone
C
any
D
anyone
Slide 32 - Quizvraag
Maak nu zelf een zin met
any OF some
Slide 33 - Open vraag
Wat vind je nog lastig?
Denk terug aan de leerdoelen.
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Engelse les Hanne 1
Maart 2020
- Les met
28 slides
Engels
Secundair onderwijs
Past continuous
Mei 2022
- Les met
29 slides
English
Secondary Education
1VE Some/Any + Plurals
Juni 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
2.2 Leesvaardigheid, deel 2
September 2018
- Les met
12 slides
Week 20 - Test Yourself Vocabulary Theme 6 (3 kader)
Juli 2021
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Kader: TH 6 A t/m E
April 2020
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
Week 10/pto3/b3
Februari 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Grammar recap 3G
Oktober 2022
- Les met
46 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3