1.2 Eerste boeren

Paragraaf 1.2
Jagers worden boeren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.2
Jagers worden boeren

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog?

Slide 2 - Woordweb

Is dit een geschreven bron of een ongeschreven bron?
A
Geschreven bron.
B
Ongeschreven bron

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een archeoloog?
A
politieman
B
uitvinder
C
graaft naar bronnen in de grond uit het verleden
D
leest veel over het verleden uit boeken

Slide 4 - Quizvraag

Een andere naam voor deze periode is de prehistorie.
Wat past bij de prehistorie?
A
Tijd waarin mensen het schrift gebruiken
B
Geschreven bronnen
C
Ongeschreven bronnen
D
Tijd waarin mensen geen schrift hebben

Slide 5 - Quizvraag

Wat is GEEN middel van bestaan?
A
veeteelt
B
ambacht
C
jagen
D
voedsel

Slide 6 - Quizvraag

De eerste mensen leefden als nomaden. Wat zijn nomaden?
A
Mensen die een vaste woonplaats hebben.
B
Mensen die hun hele leven in een dorp wonen.
C
Mensen zonder vaste woonplaats.
D
Mensen die hun voedsel uit de natuur halen.

Slide 7 - Quizvraag

Jagers-verzamelaars
hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij Jagers en verzamelaars
A
Vissen vangen
B
Paddenstoelen plukken
C
Eieren zoeken
D
Geiten houden

Slide 9 - Quizvraag

Jagers-verzamelaars hebben veel bezittingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het middel van bestaan van jagers en verzamelaars?
A
Handelen
B
Jagen en verzamelen
C
Alleen jagen
D
landbouw

Slide 11 - Quizvraag

Landbouwsamenleving 
Jagen/vissen/verzamelen 
           +
Landbouw en veeteelt
  • Dieren
  • Akkers 

Leven op een plek!

Slide 12 - Tekstslide

De eerste boeren

Belangrijke veranderingen:

  • De boeren waren geen nomaden meer.


  • Omdat ze niet meer rondtrokken kregen ze meer bezit.


  • De ene boer kreeg meer bezit dan de andere. Er kwam meer verschil tussen arm en rijk.

Slide 13 - Tekstslide

Landbouwrevolutie
  • Revolutie betekent verandering

  • Jager-verzamelaars worden boer

  • De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer

  • Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Verandering
  1. Boeren hoefden niet meer rond te trekken
  2. Geen hutjes meer maar stevige huizen (boerderijen)
  3.  Huizen dus er konden spullen bewaard blijven
  4. Hierdoor kwam er een verschil in bezit (arm en rijk)

Slide 16 - Tekstslide

Verandering en continuïteit
Continuïteit: iets veranderd niet of bijna niet, het blijft steeds hetzelfde. 

Verandering: iets veranderd heel erg veel, het is erg anders dan ervoor.

 
 

Slide 17 - Tekstslide


Wat betekent continuïteit?
A
Dat er dingen veranderen
B
Dat er dingen hetzelfde blijven
C
Dat er dingen snel veranderen
D
Dat er dingen langzaam veranderen

Slide 18 - Quizvraag



Jagers en verzamelaars maakten hun eigen werktuigen (bijlen, messen). Tegenwoordig kopen wij onze 'werktuigen' in winkels.

Is dit een voorbeeld van continuïteit?
A
Ja, dit is continuïteit
B
Nee, dit is geen continuïteit

Slide 19 - Quizvraag

Jagers en verzamelaars maakten hun eigen kleding. Tegenwoordig kopen wij onze kleding in winkels.

Is dit een voorbeeld van continuïteit?
A
Ja, dit is continuïteit
B
Nee, dit is geen continuïteit

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen jagers en boeren?
A
Boeren gaan van plek naar plek en nomaden niet
B
Nomaden trekken van plek naar plek en boeren niet.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de landbouwrevolutie?
A
jager-verzamelaars die boeren worden
B
boeren die jager-verzamelaars worden
C
jager-verzamelaars die vissers worden
D
boeren die slagers worden

Slide 22 - Quizvraag

De landbouwrevolutie is een voorbeeld van:
A
Continuïteit
B
Verandering

Slide 23 - Quizvraag

                                                                            MAKEN  VRAAG
                                                                                       1 tot met 7
HW voor morgen (schrijf in je agenda!)
Let op! De telefoons mogen in de
telefoontas  


timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide