zakelijke mail afmaken in je schrijfschrift / schrijven/inplakken + beoordeling )
opdrachten maken Spelling par .11
par. 9 = online NN(planning) en par.10 zijn af .
downloaden- hij downloadt- hij downloadde- hij heeft gedownload
smashen -hij smasht- hij smashte - hij geeft gesmasht
Slide 11 - Tekstslide
wat weet je van Engelse werkwoorden?
3 voorbeelden ?
Slide 12 - Tekstslide
Spelling Engelse werkwoorden
Zo spel je Engelse werkwoorden
- De ik-vorm maak je meestal door -en van het werkwoord af te halen
(speechen-ik speech )
- Als het woord in het Engels aan het eind een dubbele medeklinker heeft, schrijven we in het Nederlands een enkele medeklinker (volleyballen-volleybal),
wel dubbel als nodig voor de uitspraak ; appen -ik app paintballen- ik paintball
- In de tegenwoordige tijd enkelvoud schrijf je deik-vormof de ik-vorm+t
ik speech -hij speech+t)
- In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je speech+te /+ vollybalde
gespeecht / gevollybald
' t sexy fokschaap /T ex -kofschip
Slide 13 - Tekstslide
Engelse werkwoorden
zijn werkwoorden die uit het Engels komen, leenwoorden
Je gebruik de Nederlandse regels voor spelling
in ott/ovt/ vtt/ vvt/ vd / ovd
joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
gamen - ik game - hij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed
Slide 14 - Tekstslide
T S X F K CH P
T X K F S CH P
Slide 15 - Tekstslide
sterke en zwakke ww
Slide 16 - Tekstslide
Spelling Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.
Slide 17 - Tekstslide
Spelling Engelse werkwoorden
Maar let wel op de uitspraak.
Slide 18 - Tekstslide
Engelse werkwoorden
Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
deleted
Slide 19 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Ik heb al die oude contacten (vd)
A
gedeletet
B
gedeleted
Slide 20 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden) Hij (racen-vt)
A
racte
B
racete
Slide 21 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden) Hij (timen - vt)
A
timede
B
timete
Slide 22 - Quizvraag
Engelse werkwoorden Ik heb (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
Slide 23 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden) Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd
Slide 24 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden) Zij hebben (racen) = vtt
A
geracet
B
geraced
Slide 25 - Quizvraag
vandaag/doen/af :
2. aan het werk :
mail afmaken in je schrijfschrift / plakken + beoordeling
opdrachten maken Spelling par .10 en 11
par. 9 = online NN(planning) en par.10 zijn af plus de mail in je schrift.
Slide 26 - Tekstslide
vorige week : overzicht komende periode:
PW Spelling werkwoorden
par. 9 t/m 15 6 februari
pizza -boekverslag25 januari
stageverslag 11 maart
zakelijk e-mail 17 januari
en uitleg formeel /informeel schrijven
v
zakelijke mail
schrijfschrift
opdracht zakelijke mail
schrijfdossier overzicht
Slide 27 - Tekstslide
Betreft: verzoek meeloopdag snuffelstage.
Geachte heer van Dam,
Mijn naam is ,,, ik ben 14 jaar oud en ik zit in klas 2 van de Ronerborg. In dit schooljaar krijgen wij de opdracht om een dag een snuffelstage te lopen en een stageadres te zoeken.
Ik wil graag stage lopen bij uw bedrijf, omdat …….
Het lijkt me leuk om een dag mee te lopen om zo te leren welke werkzaamheden eb functies er binnen uw bedrijf zijn,.
Vanuit school krijgen we ook een opdracht mee om een interview te houden en zo informatie te verzamelen voor een verslag van deze stagedag.
Graag hoor ik van u of het mogelijk is een dag in de maand januari of februari bij uw bedrijf een snuffelstage te lopen en of ik contact met u kan opnemen om hiervoor een afspraak te maken.
Met vriendelijke groet,
,,,,,,,
Tel.
Slide 28 - Tekstslide
vandaag :
aan het werk :
mail afmaken in je schrijfschrift
werken aan boekverslag
opdrachten maken online : spelling
par. 9 = online NN(planning) en par.10
Slide 29 - Tekstslide
Engelse werkwoorden
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 30 - Quizvraag
Spelling Engelse werkwoorden
Bij de verleden tijd luister je naar de laatste klank.
Hoor je een s-klank, dan schrijf je in de verleden tijd een -t.
racen - ik race - hij racet - hij racete - hij heeft geracet
smashen - ik smash - hij smasht - hij smashte - hij heeft gesmasht
Slide 31 - Tekstslide
https:
Slide 32 - Link
Zakelijke mail
lessonUp
Doel:
Een goede en nette zakelijke mail schrijven.
Slide 33 - Tekstslide
Een zakelijke email : schrijfstijl
A
formeel
B
informeel
Slide 34 - Quizvraag
Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,
D
Of Geachte mevrouw of meneer + achternaam,
Slide 35 - Quizvraag
In een zakelijke email spreek je de ander aan met 'U'
A
waar
B
niet waar
Slide 36 - Quizvraag
Kies de juiste afsluiting, slotgroet..
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
m.v.g.
Slide 37 - Quizvraag
Onder je email zet je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam
Slide 38 - Quizvraag
In een zakelijke email moet je verplicht je adres en telefoonnummer vermelden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 39 - Quizvraag
Theorie
Regels:
Aanhef: Beste meneer De Groot of Geachte meneer/mevrouw,
1e alinea: aanleiding, de situatie
2e alinea/ soms ook 3e/ kern: extra uitleg over de situatie, soms voorstel voor oplossing als laatste
Slot: Beleefde zin en wat je verwacht van de lezer
Sluit af met een beleefde groet en je
voor- en achternaam
Gebruik altijd "u"
Slide 40 - Tekstslide
stageverslag zakelijke mail
pizza boekverslag
toets terug vragen Dalton uur
opdrachten maken
opdracht 1 e.v. par. 9 = online NN(planning)
Slide 41 - Tekstslide
vandaag en morgen :
Je krijgt de toets van de toetsweek terug
Je krijgt uitleg : wat en hoe en wanneer over het stageverslag : beoordeling cijfer Nederlands
Je schrijft een zakelijke e-mail in je schrijfschrift (morgen)
Je werkt aan het pizzaboekverslag (morgen, volgende week)
je maakt de opdrachten ww spelling online van par. 9