In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat is de formule van verbranding?
Slide 1 - Open vraag
Wat gebeurt er als er te veel glucose in je bloed zit?
Slide 2 - Open vraag
Wat gebeurt er als er te weinig glucose in je bloed zit?
Slide 3 - Open vraag
Wat is diabetes?
Slide 4 - Open vraag
7.2 Ademen
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen en hun werking beschrijven.
Je kunt uitleggen waarom het beter is om door je neus te ademen dan door je mond.
Je kunt beschrijven hoe je de lucht in je longen ververst.
Je kunt uitleggen hoe zuurstof in je bloed komt en hoe je koolstofdioxide uit je bloed kwijtraakt.
Je kunt de gevolgen van drie veelvoorkomende longziekten benoemen.
Je kunt uitleggen wat de schadelijke gevolgen van roken zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Het ademhalingsstelsel
Het opnemen van zuurstof (O2) in je bloed en het afgeven van koolstofdioxide (CO2) aan de buitenlucht
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de functie van de kraakbeenringen in de luchtpijp en de bronchiën?
Slide 8 - Open vraag
In luchtpijp en bronchiën
Slijmcellen maken slijmvlies
Deeltjes plakken in slijm
Bevatten veel bloedvaatjes = verwarmen lucht
Verdamping water = bevochtigen lucht
Trilhaarcellen zijn cellen met haartjes eraan, de haren bewegen heen en weer en duwen het slijm met de vastgeplakte stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar je keel -> uithoesten of doorslikken
Slide 9 - Tekstslide
Waarom moet je ademhalen door je neus?
Slide 10 - Tekstslide
Ademhaling
Borstademhaling: het bewegen van je ribben met behulp van tussenribspieren.
Buikademhaling: het bewegen van je middenrif met behulp van de middenrifspieren.
Ze gebeuren meestal tegelijk
Slide 11 - Tekstslide
Inademen
De ribben gaan omhoog en het middenrif gaat naar beneden en wordt plat (aanspannen spieren).
De borstholte wordt groter.
De longen worden ook groter.
Lucht stroomt je longen binnen: je ademt in.
Slide 12 - Tekstslide
Uitademen
De ribben gaan naar beneden en het middenrif wordt bol (ontspannen spieren).
De borstholte wordt kleiner.
De longen worden ook kleiner.
Lucht stroomt je longen uit: je ademt uit.
Slide 13 - Tekstslide
Schrijf in je agenda
Huiswerk (7.2 deel 1):
Lezen blz. 22 t/m 28.
Maken en nakijken opdr. 3 t/m 6 en 8 t/m 12.
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen en hun werking beschrijven.
Je kunt uitleggen waarom het beter is om door je neus te ademen dan door je mond.
Je kunt beschrijven hoe je de lucht in je longen ververst.
Je kunt uitleggen hoe zuurstof in je bloed komt en hoe je koolstofdioxide uit je bloed kwijtraakt.
Je kunt de gevolgen van drie veelvoorkomende longziekten benoemen.
Je kunt uitleggen wat de schadelijke gevolgen van roken zijn.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Gaswisseling
Zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed. Daarna gaat O2 naar de cellen voor verbranding.
Koolstofdioxide gaan vanuit het bloed naar de lucht in de longblaasjes. Daarna adem je CO2 (afvalstof verbranding) uit.
Gaswisseling: de uitwisseling van de gassen zuurstof en koolstofdioxide in de longblaasjes.
Slide 17 - Tekstslide
Slecht werkende longen
Astma: ontsteking luchtwegen
Prikkelende stoffen -> aanval
Dikker slijmvlies en meer slijm
Kringspiertjes wand bronchiën srekken samen
= benauwdheid
Slide 18 - Tekstslide
Slecht werkende longen
COPD: chronische longziekten
Chronische bronchitis: ontsteking slijmvliezen = dikker slijmvlies en meer slijm -> benauwdheid en hoesten
Longemfyseem: longblaasjes stuk = opname zuurstof gaat moeilijker -> benauwdheid