3.2 welke partij past bij jou?

3.2 welke partij past bij jou?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 welke partij past bij jou?

Slide 1 - Tekstslide

Actief en passief kiesrecht
Actief kiesrecht is het recht om te mogen stemmen.


Passief kiesrecht is het recht om je verkiesbaar te stellen. Mensen mogen dus op jou stemmen.

Je bent vrij om te stemmen op wie je wilt en wat je stemt blijft geheim.





Slide 2 - Tekstslide

Vrije verkiezingen
In Nederland mag je stemmen op wie je wilt en je stem is geheim. Je mag zelf natuurlijk wel vertellen waar je op gestemd hebt maar dat hoeft niet. 

Slide 3 - Tekstslide

Lijsttrekker
Elke partij heeft een lijststrekker, de belangrijkste persoon van de partij. Hij of zij is vaak het gezicht van de partij zoals:


Slide 4 - Tekstslide

Links, Midden of Rechts?
Een partij kan door zijn ideeën links - midden - of rechts zijn

Links:
- De overheid is actief (helpt en maakt wetten)
- De overheid zorgt voor kwetsbare mensen
- De overheid maakt het verschil tussen arm en rijk kleiner

Slide 5 - Tekstslide

Links, Midden of Rechts
Rechtse partijen:
- Willen dat de overheid zich zo min mogelijk met de burgers bemoeit en alleen zorgt voor veiligheid. (passieve overheid)
- De overheid grijpt alleen in bij noodsituaties
- Burgers moeten voor zichzelf zorgen, ze zijn zelf verantwoordelijk
- Verschillen tussen arm en rijk moeten er zijn

Slide 6 - Tekstslide

Links, Midden of Rechts
Als partijen rechtse en linkse standpunten hebben dan noemen we ze Midden-partijen.

Bijvoorbeeld partijen die wel willen dat de overheid iets doet voor het klimaat (links) maar ook vinden dat er meer geld naar het leger moet (rechts)

Slide 7 - Tekstslide

Na de verkiezingen
1x in de 4 jaar gaan we stemmen voor de tweede kamer.  Daarin zitten mensen van verschillende politieke partijen.

Alle kamerleden van dezelfde partij noem je een fractie. Zo heb je de VVD-fractie en de CDA-fractie enz.

Slide 8 - Tekstslide

Samen regeren
Om een wet goedgekeurd te krijgen heb je meer dan de helft (76) stemmen nodig van de 150. Omdat er nooit een partij is die in zijn eentje meer dan 75 stoelen in de tweede kamer heeft moeten partijen samenwerken om te regeren.

Slide 9 - Tekstslide

Samenwerken
Om samen te werken moeten alle partijen die samen willen regeren een beetje toegeven en kijken waar ze elkaar kunnen vinden.

Daarom kan een politieke partij nooit al zijn punten waar maken, ze moeten altijd aanpassen (compromissen sluiten)

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar blz 35 in het werkboek
Maak opdrachten: 1, 3, 4, 8, 9, 12

Slide 11 - Tekstslide