In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
8.5 Gehoorschade
Slide 1 - Tekstslide
Het gehoor
Je oor bestaat uit drie delen:
* het buitenoor
* het middenoor
* het binnenoor
Slide 2 - Tekstslide
Het gehoor
Geluid komt via je oorschelp je gehoorgang in.De trilling van de lucht wordt door het trommelvlies via de gehoorbeentjes doorgegeven aan het slakkenhuis. Het slakkenhuis zet de trillingen om in signalen die via de gehoorzenuw naar de hersenen gaan.
Slide 3 - Tekstslide
Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Video
Het gehoor
Een menselijk oor kan geluiden horen met frequenties tussen de 20 Hz en 20.000 Hz
Oudere mensen horen hoge tonen niet meer zo goed.
Onder de 20 Hz heet het geluid infrasoon
Boven de 20.000 Hz heet het geluid ultrasoon
Slide 6 - Tekstslide
Geluid met een frequentie van 25 kHz heet
A
infrarood
B
infrasoon
C
ultrasound
D
ultrasoon
Slide 7 - Quizvraag
Welke frequenties kunnen mensen horen?
A
20Hz en 2000Hz
B
20Hz en 20.000Hz
C
200Hz en 20kHz
D
2kHz en 20kHz
Slide 8 - Quizvraag
Mensen kunnen een frequentie van 100Hz
A
wel horen
B
niet horen
Slide 9 - Quizvraag
Welk dier hoort de hoogste frequenties?
A
Bruinvis
B
hond
C
krokodil
D
mot
Slide 10 - Quizvraag
Welke dieren horen infrasone geluiden?
A
hond en krokodil
B
kat en hond
C
bruinvis en mot
D
vleermuis en mot
Slide 11 - Quizvraag
Gehoorschade
Gehoorbeschadiging treed op bij te hard geluid en geluid dat je lang en vaak hoort.
De trilhaartjes gaan kapot en herstellen zich niet.
Soms kan zelfs het trommelvlies scheuren.
trilhaartjes en kapotte trilhaartjes
Slide 12 - Tekstslide
Gehoorschade
Als je gehoor slecht wordt kun je het geluid met een gehoorapparaat versterken.
Gehoorapparaatjes versterken bepaalde tonen.
Slide 13 - Tekstslide
Gehoorschade
Als je niet goed hoort kun je bij een arts of audicien een audiogram laten maken.
Een audiogram maak je met een toongenerator en een koptelefoon.
audiogram van iemand met gehoorschade.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hoe noem je de linker grafiek
A
een frequentie grafiek
B
een geluidssterkte grafiek
C
een geluidsniveau grafiek
D
een audiogram
Slide 16 - Quizvraag
Welke tonen kan de persoon waarvan dit audiogram is niet goed horen
A
250Hz t/m 1000Hz
B
1000Hz t/m 8000Hz
C
4000Hz t/m 8000Hz
D
250Hz t/m 8000Hz
Slide 17 - Quizvraag
0
Slide 18 - Video
Geluidsoverlast
Bij geluidsoverlast ondervind je hinder door te veel geluid.
Slide 19 - Tekstslide
Maatregelen bij de bron
Lagere snelheid op de snelweg
Apparaten isoleren.
Geluidsarm asfalt
stereo zachter zetten
Slide 20 - Tekstslide
maatregelen bij de ontvanger
gehoorbescherming:
oordopjes en gehoorkappen
Verder van het geluid gaan staan.
Huizen verder van de weg af bouwen.
Geen huizen bij een vliegveld bouwen.
Slide 21 - Tekstslide
Maatregelen tussen de bron en ontvanger
Geluidswallen en geluidsschermen
Muur en dakisolatie
dubbelglas
Slide 22 - Tekstslide
Geef bij de volgende maatregel aan waar de geluidsoverlast wordt bestreden.
de ontwikkeling van elektrische auto's
A
bij de bron
B
bij de ontvanger
C
tussen de bron en ontvanger
D
Bij de bron en ontvanger
Slide 23 - Quizvraag
Geef bij de volgende maatregel aan waar de geluidsoverlast wordt bestreden.
De aanleg van een geluidswal langs de snelweg
A
bij de bron
B
bij de ontvanger
C
tussen de bron en ontvanger
D
Bij de bron en ontvanger
Slide 24 - Quizvraag
Geef bij de volgende maatregel aan waar de geluidsoverlast wordt bestreden.