KA 8 De ontwikkeling van het Jodendom en Christendom als eerste monotheïstische godsdiensten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
2.3 De verspreiding van het christendom
KA 8 De ontwikkeling van het Jodendom en Christendom als eerste monotheïstische godsdiensten
Slide 1 - Tekstslide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Polytheïsme en monotheïsme
Polytheïsme: Geloof in meerdere goden
Monotheïsme: geloof in 1 god
Slide 3 - Tekstslide
Griekse Mythologie
Mythen: Verhalen waarin goden, helden en wezens een rol spelen
Slide 4 - Tekstslide
Griekse goden
Grieks goden zien er uit als mensen
Ze hebben menselijke eigenschappen (verliefd, boos, jaloers)
Ze hebben ook goddelijke eigenschappen (superkrachten, onsterfelijk)
Slide 5 - Tekstslide
Inleiding op het Jodendom
Het jodendom kent de volgende belangrijke geloofspunten: - Eén god - Het verbond en de naleving van de wet - Het geloof in een Messias
Verbond
God heeft met de joden een verbond gesloten. Dit verbond wordt steeds vernieuwd. Op basis hiervan beschouwen de joden zich als het uitverkoren volk van God. In de Thora kunnen joden lezen welke bedoeling God met hen heeft.
Verlosser
Joden geloven in de komst van een verlosser (een Messias) die het Rijk van God zal brengen. Volgens sommige joden is dit een ideale samenleving hier op aarde, waar ook mensen een bijdrage aan kunnen leveren. Andere joden geloven meer in een hemel: een ideale toestand ná dit leven.
Wet
Om het verbond in tact te houden, moeten joden zich houden aan de door God gegevens regels, zoals de tien geboden. Deze regels staan in de Thora.
God
Monotheïsme wil zeggen: een godsdienst waarbij één god wordt erkend (mono= één, theos=god). Joden geloven in één God. In het jodendom wordt de naam van God niet uitgesproken. Men zegt dan: Adonai (Heer). God is eeuwig. Hij heeft geen begin en geen einde.
Slide 6 - Tekstslide
Verovering en vernietiging van Jeruzalem door de Romeinen
Slide 7 - Tekstslide
Joodse diaspora
Na de Joodse oorlog met de Romeinen kwamen veel Joden om of werden gevangen genomen (en als slaaf verkocht)
Na een nieuwe Joodse opstand worden Joodse rituelen verboden
Steeds meer Joden trekken/vluchten weg uit de Romeinse province Judea
De verspreiding van het Joodse volk over de hele wereld heet diaspora (letterlijk: 'verstrooiing')
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Jezus van Nazareth
Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
Jezus krijgt veel aanhangers.
Joodse priesters vinden hem daarom gevaarlijk. Ze laten hem gevangen nemen door de Romeinen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.
Slide 10 - Tekstslide
Christenen
De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen.
Deze naam komt van Christus, dat 'gezalfde' betekent.
Slide 11 - Tekstslide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof op vrouwen en slaven (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.
Slide 12 - Tekstslide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.
Slide 13 - Tekstslide
Christenvervolging
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.
Slide 14 - Tekstslide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.
Slide 15 - Tekstslide
Constantijn de Grote
Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk.
Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan: kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft.
Hij won de veldslag en werd christen...
Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.
Slide 16 - Tekstslide
Staatsgodsdienst
In 380 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden.
Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden.
Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote