Oefenen 5 temperatuurfactoren

Oefenen voor de toetsweek
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voor de toetsweek

Slide 1 - Tekstslide

Welke temperatuurfactor zorgt voor het verschil in temperatuur tussen deze 2 plekken?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Verdeling land en zee
D
Er is hier geen verschil

Slide 2 - Quizvraag

Welke temperatuurfactor zorgt voor het verschil in temperatuur tussen deze 2 plekken?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Verdeling land en zee
D
Er is hier geen verschil

Slide 3 - Quizvraag

De temperatuur daalt 6 graden Celcius per
A
10 meter
B
100 meter
C
1000 meter
D
10.000 meter

Slide 4 - Quizvraag

Als het aan de voet van een 6000 meter hoge berg 20 graden is, dan is het op 3000 meter hoogte
A
+10 graden
B
+2 graden
C
-16 graden
D
-10 graden

Slide 5 - Quizvraag

Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Welke invloed heeft de Golfstroom op de temperatuur in Europa?

Slide 7 - Open vraag

De Golfstroom komt vanuit het
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 8 - Quizvraag

Aflandige wind in de winter is warm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

De overheersende windrichting in Nederland is
A
Noordenwind
B
Westenwind
C
Zuidenwind
D
Oostenwind

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de loefzijde?

Slide 11 - Open vraag

Hoe hoger de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Aflandige wind in de winter is warm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Het noorden van Noorwegen ligt boven de poolcirkel, het is daar dus nooit heel erg koud.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je de regen die je hier ziet?
A
Stijgingsregens
B
Frontale regens
C
Stuwingsregen
D
Bergregen

Slide 15 - Quizvraag

In welke luchtstreek ligt Nederland
A
Poolstreken
B
Gematigde zone
C
Tropen

Slide 16 - Quizvraag