Paragraaf 8- Vorm en inhoud

Vorm en inhoud
Fictie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vorm en inhoud
Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat we onder inhoud en vorm verstaan; 
- wat proza en poëzie zijn en welke hoofdgenres er zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Lees jij graag gedichten?

Slide 3 - Poll

Wat vind je van dit gedicht?
Dame, meegaand met de muistroom
Meegenomen naar de donkere zijde
Ik wil de man aan je linkerzijde zijn
Ik houd van je, als je dat lied zingt
En ik heb een brok in mijn keel
Want je gaat de woorden fout zingen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vorm en inhoud
Een boek of gedicht ontstaat niet zomaar. De schrijver maakt veel keuzes bij de totstandkoming van een werk. 

De vorm heeft betrekking op hoe de dingen zijn opgeschreven; 
De inhoud heeft betrekking op wat de schrijver heeft opgeschreven. 

Vorm en inhoud samen vormen het werk en kunnen niet los van elkaar worden gezien. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen
proza en poëzie?

Slide 7 - Woordweb

Proza en poëzie (vorm)
Literaire werken zijn er in verschillende soorten en maten. Op het gebied van vorm maken  we een onderscheid tussen proza en poëzie. 

Proza is verhalende literatuur; het is een lopende tekst die gebruik maakt van de gehele breedte van het papier. 
Bij poëzie gaat het om gedichten; de schrijver bepaalt waar de regel eindigt en wanneer hij verder wil op de volgende regel. 


Slide 8 - Tekstslide

Epiek, lyriek en dramatiek (inhoud) 
Op het gebied van inhoud maken we een onderscheid tussen: 

Epiek
- verhalende teksten
- handelingen staan centraal
- zowel proza als poëzie
Lyriek
- gevoelens  
- gedachten
- geen handelingen
Dramatiek
dialoog -
menselijk conflict -
denk aan toneel -

Slide 9 - Tekstslide

Epiek, lyriek of dramatiek?
Pluk de dag
vanochtend na het ontbijt
ontdekte ik, door mijn verstrooidheid,
dat het deksel van een middelgroot potje marmite
(het 4 oz net formaat)
precies past op een klein potje Heinz sandwich spread
natuurlijk heb ik toen meteen geprobeerd
of het sandwich spread-dekseltje
ook op het marmite-potje paste
en jawel hoor: het paste eveneens



Slide 10 - Tekstslide

Epiek, lyriek of dramatiek?
De zee

De zee kun je horen
met de handen voor je oren,
in een kokkel, in een mosterdpotje,
of aan zee.

Slide 11 - Tekstslide

2. Leg in je eigen woorden het verschil tussen proza en poëzie uit.

Slide 12 - Open vraag

Tim Hofman

Slide 13 - Tekstslide

Onder welk genre valt dit gedicht?
A
epiek
B
lyriek
C
dramatiek

Slide 14 - Quizvraag

René Oskam

Slide 15 - Tekstslide

Onder welk genre valt dit gedicht?
A
epiek
B
lyriek
C
dramatiek

Slide 16 - Quizvraag

Hans Hagen

Slide 17 - Tekstslide

Onder welk genre valt dit gedicht?
A
epiek
B
lyriek
C
dramatiek

Slide 18 - Quizvraag

Tim Hofman

Slide 19 - Tekstslide

Onder welk genre valt dit gedicht?
A
epiek
B
lyriek
C
dramatiek

Slide 20 - Quizvraag

Leg waarom vorm en inhoud met elkaar te maken hebben.

Slide 21 - Open vraag

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 6 tot en met 9 van paragraaf 8.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide