Woordenboek quiz

Woordenboek quiz
Je mag bij de schrijftoets een woordenboek gebruiken.

Maar weet je hoe je hier mee werkt?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Woordenboek quiz
Je mag bij de schrijftoets een woordenboek gebruiken.

Maar weet je hoe je hier mee werkt?

Slide 1 - Tekstslide

Een aantal zaken zijn belangrijk:

Slide 2 - Tekstslide

1. Werkwoorden
Vervoegingen van werkwoorden zul je niet in het woordenboek vinden. Bijvoorbeeld:
je hebt                 ->                     hebben

Slide 3 - Tekstslide

1. Werkwoorden
Vervoegingen van werkwoorden zul je niet in het woordenboek vinden. Bijvoorbeeld:
je hebt                 ->                     hebben

Zoek dus altijd naar het hele werkwoord.

Slide 4 - Tekstslide

2. Samengestelde woorden
Samengestelde woorden bestaan uit 2 losse woorden. 
de zomervakantie = de zomer + de vakantie

Slide 5 - Tekstslide

2. Samengestelde woorden
Samengestelde woorden bestaan uit 2 losse woorden. 
de zomervakantie = de zomer + de vakantie

Knip de woorden los, en zoek ze op.

Slide 6 - Tekstslide

Zoek op: de advocaat

Slide 7 - Open vraag

Mijn broer doet elke dag de (was).

Slide 8 - Open vraag

(Trek) je die stomme jas echt (aan)?

Slide 9 - Open vraag

Hij heeft dit (gerecht) voor ons gekookt.

Slide 10 - Open vraag

Er zijn veel (soorten) pasta in Italië.

Slide 11 - Open vraag

(Begrijpen) we nu hoe we met een woordenboek werken?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling van de conventies
Pak je aantekening van vorige week er bij.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn conventies ook al weer?

Slide 15 - Woordweb

Conventies zijn den bouwstenen van je brief. 
  • Aanhef                  = Beste ...,
  • Kern                                
  • Afsluiting             = Hopelijk tot snel!
  • Slotgroet             = Groetjes  
                                           Je naam

Slide 16 - Tekstslide

Beantwoord de vragen
Maak gebruik van de reader! Je mag nu nog spieken.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen 'Liebe...' en 'Lieber...'?

Slide 18 - Open vraag

Ter illustratie:
Liebe Anna,               =  vrouwelijk
Lieber Max              = mannelijk

Ezelsbruggetje: mannelijk = der, daarom een extra -r

Slide 19 - Tekstslide

De eerste letter van de kern begin je met een...
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Na de slotgroet schrijf ik...
A
een komma
B
geen komma

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf een persoonlijke brief.
  • 60 woorden
  • Gebruik alle conventies uit de reader.
  • Verwerk deze punten ->

Slide 24 - Tekstslide