Leesvaardigheid (framing)

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kent de term framing en je kunt dit uitleggen;
Je herkent framing in nieuwsberichten;
Je kunt je mening over framing geven met behulp van argumentatieleer.

Pimp your memory: argumentatiestructuren



Framing
Test, uitleg en voorbeelden



Aftekenopdracht 2

Slide 2 - Tekstslide

timer
7:30
Ik heb vanavond geen zin om te koken. Laten we naar het nieuwe Koreaanse restaurant gaan. Je hebt zelf altijd aangegeven dat je van culinaire avonturen houdt en we hebben nog nooit Koreaans gegeten.
Tegen Hans B. is bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de moord op vastgoedhandelaar Startstra en zijn vrouw. Bovendien is bewezen dat hij de zakenpartner met de dood heeft bedreigd en zeer grof geweld niet heeft geschuwd. Het is duidelijk dat B. er met een jaartje gevangenis niet vanaf zal komen.
Peilingen spelen in verkiezingstijd een te grote rol. Het is al langer bekend dat kiezers zich er veel te veel door laten leiden. Ze stemmen nu eenmaal liever op winnaars dan op verliezers.
Noteer per fragment:

Standpunt
Argument(en)
Argumentatiestructuur (enkelvoudig, onderschikkend, nevenschikkend afhankelijk of nevenschikkend onafhankelijk/meervoudig)

Slide 3 - Tekstslide

timer
6:00
Leg de volgende begrippen uit:

Onderschikkende argumentatie
Afhankelijke nevenschikkende argumentatie 
Onafhankelijke nevenschikkende argumentatie (ook wel: meervoudig)
Herken standpunt, argument en argumentatiestructuur.

Kijk eens om je heen: niemand lijkt nog geduld te kunnen opbrengen. Het is belangrijk dat je leert je aandacht te vestigen op wat je nu doet. Geduld is namelijk te leren. Je kunt alleen iets leren als je het met aandacht doet.
Welke 2 signaalwoorden met bijbehorende tekstverbanden herken je?
In de supermarkt pakken mensen in de rij voor de kassa meteen hun mobiel in de rij om de tijd te doden. Onze constante drang om te swipen en te verversen komt is te wijten aan de overprikkeling van ons brein. 
Noteer op basis van de leerdoelen voor leesvaardigheid:

3 leerdoelen die jij nog lastig vindt;
2 onderdelen die jij goed beheerst
1 vraag die jij nu moet stellen over de leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

timer
6:00
Leg de volgende begrippen uit:

Onderschikkende argumentatie
Afhankelijke nevenschikkende argumentatie 
Onafhankelijke nevenschikkende argumentatie (ook wel: meervoudig)
Herken standpunt, argument en argumentatiestructuur.

Kijk eens om je heen: niemand lijkt nog geduld te kunnen opbrengen. Het is belangrijk dat je leert je aandacht te vestigen op wat je nu doet. Geduld is namelijk te leren. Je kunt alleen iets leren als je het met aandacht doet.
Welke 2 signaalwoorden met bijbehorende tekstverbanden herken je?
In de supermarkt pakken mensen in de rij voor de kassa meteen hun mobiel in de rij om de tijd te doden. Onze constante drang om te swipen en te verversen komt is te wijten aan de overprikkeling van ons brein. 
Noteer op basis van de leerdoelen voor leesvaardigheid:

3 leerdoelen die jij nog lastig vindt;
2 onderdelen die jij goed beheerst
1 vraag die jij nu moet stellen over de leerdoelen

Slide 5 - Tekstslide

Een experiment
Groep A kijkt een filmpje en krijgt een vraag
Groep A schrijft op blaadje: ‘A’ + antwoord op de vraag

Groep B schrijft op blaadje: ‘B’ + antwoord op de vraag
Groep A zit achterstevoren

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Een experiment
Groep A: bereken het gemiddelde van jullie groep

Groep B: bereken het gemiddelde van jullie groep


Slide 8 - Tekstslide

taal is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt

taal is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt

taal is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt

taal is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt

taal is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt

Slide 9 - Tekstslide

Framing
Taalgebruik is altijd een beetje gekleurd
Hoe iemand iets zegt beïnvloedt hoe je het ziet
Hoe je iets ziet beïnvloedt hoe je het zegt

Je kunt iemands mening beïnvloeden met taalgebruik = framing
Soms bewust: reclamemakers, politici
Soms onbewust: krantenkoppen, dagelijks taalgebruik

Slide 10 - Tekstslide

Minder suiker,
maar nog steeds veel suiker

Slide 11 - Tekstslide

Positieve foto en tekst
Negatieve foto en tekst

Slide 12 - Tekstslide

Je ziet (ook) veel framing als het gaat om
Genderrollen
LHBTI+’ers
Soms heel groot 
Soms heel klein en bijna niet te zien

Let op: het beïnvloedt altijd hoe je iets ziet


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Op welke manier wordt hier geframed?

Slide 16 - Tekstslide

Framing in de politiek


Tegenstanders van de basisbeurs in de studiefinanciering zeggen: 'Waarom moet de bakker betalen voor de studie van de zoon van een advocaat?'

De hypotheekrenteaftrek is al langer onderwerp van discussie: 'Het is een villasubsidie!'

Politieke leider tijdens een interview: 'Ik ben niet timide.' 
Rechtse partijen moeten weinig hebben van ontwikkelingssamenwerking. Zij betogen dat ontwikkelingshulp lokale initiatieven vernietigt, dat het lokale markten verstoort en dat het foute regeringsleiders financiert. 'Arme mensen moet je geen vissen geven, maar hengels.'

Slide 17 - Tekstslide

In hoeverre bepaalt de media hoe jij naar de wereld kijkt? In hoeverre is dit erg?


Stap 1)
Log online in op somtoday 

Stap 2) 
Ga naar nexisuni.com

Stap 3) 
Zoek betrouwbare, bruikbare artikelen over framing (dat is dus niet standaard de eerste)

Stap 4)
Zoek een tekst waar je framing in herkent 

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak oefening 2 t/m 8 (sla vraag 7 over) op blz. 48. 

Slide 19 - Tekstslide