Oefenen schrijven H3

Waar of niet waar:
een sollicitatie e-mail is een formele e-mail
A
waar
B
niet waar
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Waar of niet waar:
een sollicitatie e-mail is een formele e-mail
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Je past de toon en taal in je tekst aan, aan degene die je die je tekst gaan lezen. Dat is een teken van respect.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

waar of niet waar:

In het middenstuk van een sollicitatiebrief schrijf je waarom je op de baan solliciteert.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Je schrijft een formele e-mail aan mevrouw Colombo.
Welke aanhef gebruik je het best?
A
Beste mevrouw Colombo,
B
Hoi mevrouw Colombo,
C
Geachte mevrouw Colombo,
D
Mevrouw Colombo,

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar:

In een zakelijke brief gebruik je dezelfde woorden als wanneer je praat.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar:

Een formele e-mail aan je collega bevat geen persoonlijke opmerkingen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar:

Zakelijke teksten zijn begrijpelijk, beleefd en foutloos geschreven.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Het belangrijkste onderdeel van een sollicitatiebrief is...
A
je motivatie
B
je opleiding
C
je persoonlijke gegevens
D
je referenties

Slide 8 - Quizvraag

Het belangrijkste onderdeel van een curriculum vitae is...
A
de reden waarom je solliciteert
B
je motivatie
C
relevante informatie over jezelf
D
je geboortedatum

Slide 9 - Quizvraag

De reden en het onderwerp van een zakelijke e-mail vermeld je in …
A
De onderwerp regel
B
De inleiding
C
Het middenstuk
D
Het slot

Slide 10 - Quizvraag

Je hebt 100 rozen besteld bij een bloemist. Na 1 dag zijn de rozen al verwelkt.
Je schrijft een klachten e-mail.
Wat zet je in de onderwerp regel?
A
grote klachten
B
klacht levering 100 rozen
C
omruilen 100 rozen
D
nieuwe levering 100 rozen

Slide 11 - Quizvraag

Je mag afkortingen gebruiken in een zakelijke brief, zoals bijv. m.v.g. n.v.t. etc.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Je kunt een zin prima
beginnen met IK.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Geachte heer/mevrouw,
A
Juiste aanhef voor een zakelijke mail
B
Onjuiste aanhef voor een zakelijke mail

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een alinea?
A
de hele tekst bij elkaar
B
een stukje tekst over het deel van het onderwerp
C
Een witregel tussen tekst
D
Iets waarmee je kunt meten

Slide 15 - Quizvraag

In een persoonlijke brief mag ik best schrijffouten maken. Het is ten slotte een persoonlijke brief....
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Met Vriendelijke Groet,
A
Juiste afsluiting van een zakelijke mail
B
Onjuiste afsluiting van een zakelijk mail

Slide 17 - Quizvraag

Je hebt een feest georganiseerd en schrijft hiervoor een uitnodiging aan medestudenten. Wat is het doel van de uitnodiging?
A
informeren en instrueren
B
informeren en overhalen
C
instrueren en overtuigen
D
instrueren en reclame maken

Slide 18 - Quizvraag

De opleidingen die je hebt afgerond en waar je nog mee bezig bent zet je in ...
A
je motivatiebrief
B
je curriculum vitae (cv)

Slide 19 - Quizvraag

In een e-mail staan minstens twee komma's. Waar staan deze?
A
In de aanhef en in de eerste alinea
B
In de afsluiting en na de laatste zin
C
Aan het eind van de aanhef en de afsluiting
D
Aan het eind van de eerste zin en het eind van de laatste zin

Slide 20 - Quizvraag

Waar of niet waar over een zakelijke e-mail?

In de inleiding schrijf je kort waarom je de e-mail schrijft.
A
waar
B
niet waar
C
soms
D
alleen bij een klacht

Slide 21 - Quizvraag

Een zakelijke brief of e-mail onderteken je met...
A
je voornaam
B
je voor- en achternaam

Slide 22 - Quizvraag

Hoe sluit je je zakelijke e-mail af?
A
Groetjes,
B
MVG,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 23 - Quizvraag

Wat zet je in het slot van een e-mail?
A
Je mening
B
Een conclusie
C
Wat er van de lezer verwacht wordt
D
Een samenvatting

Slide 24 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail stuur je
A
naar je beste vrienden.
B
naar bedrijven of instellingen.
C
naar je klanten.
D
naar familie.

Slide 25 - Quizvraag

Waar of niet waar
De bedoeling van een offerte is de lezer een algemeen beeld
geven van wat het bedrijf precies doet.

A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Waar of niet waar
De begeleidende brief van een offerte moet zakelijk en betrouwbaar overkomen.

A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Waar of niet waar
De ontvanger van een offerte hoeft niet te weten hoe de totaalprijs van het aanbod is berekend.

A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Waar of niet waar
Een offerte is niet gericht aan één opdrachtgever, maar aan meer klanten tegelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Aankomende vrijdag, 11 juni, hebben we een toets over hoofdstuk 3 van lezen
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag