Fotosynthese Les 5: C3, C4 en CAM fotosynthese

C3, C4 en CAM-fotosynthese
20.3 en 20.5 Fotosynthese
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

C3, C4 en CAM-fotosynthese
20.3 en 20.5 Fotosynthese

Slide 1 - Tekstslide

Je weet ondertussen...
Fotosynthesereactie bestaat uit twee reacties:
  • Lichtreactie: levert ATP en NADPH,H+
  • Calvincyclus: chemische energie opslaan in glucose.

  • De non-cyclische fosforylering levert evenveel ATP als NADPH,H+.
  • Bij calvincyclus is meer ATP nodig, daarom af en toe cyclische fosforylering.


Slide 2 - Tekstslide

Chloroplast - bladgroenkorrel
Bevat 2 membranen.


Daarbinnen stapels thylakoïd.
Daarin bevind zich het pigment chlorofyl.


Lichtreactie speelt zich af in lumen en membraan van thylakoïd.

De calvincyclus in het stroma.

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
Calvincyclus: chemische energie opslaan in glucose.

Planten hebben drie manieren van fotosynthese ontwikkeld:
  • C3-fotosynthese (meeste planten: 95%)
  • C4-fotosynthese
  • CAM-fotosynthese

C4/CAM leveren een voordeel op in warme en/of droge locaties.

Slide 4 - Tekstslide

Waar waren we?
2 H2O (water) is gesplitst in O2 (zuurstof) en 4 H+. 4 e- is gebruikt om energie uit licht te halen door de fotosystemen. Er is ATP en NADPH,H+ gevormd.

Slide 5 - Tekstslide

De calvin cyclus: glucose!!!

Slide 6 - Tekstslide

De calvin cyclus
Doel: energie opslaan in glucose.

Hiervoor is nodig voor 1 glucose (C6H12O6): 
  • 6 CO
  • Water (H2O)
  • energie (18 ATP en 12 NADPH,H+)
  • Enzym rubisco
  • 6 C5-moleculen (ribulose-1,5-difosfaat)

Slide 7 - Tekstslide

De calvin cyclus
De calvin cyclus is een cyclus.

Door 6 koolstofatomen uit CO2 toe te voegen aan de aanwezige 6 C5-moleculen kan ik 1 C6-suiker maken.

De C5-moleculen worden weer teruggevormd voor een nieuwe cyclus.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

De calvin cyclus
Stap 1: koolstofassimilatie
6 moleculen rubisco binden een C1 van CO2 aan een 6 C5-moleculen.

Resultaat 6 C6 moleculen die instabiel zijn:
vallen uiteen in 12 C3 moleculen.


Slide 10 - Tekstslide

De calvin cyclus
Stap 2: reductie
12 C3 moleculen: glycerinezuur-3-fosfaat
Investering ATP: aan alle 12 C3 koppel ik een fosfaat.
Verder investering: NAPDH,H+ geeft energie aan C3.

Resultaat: 12 C3 (glyceraldehyde-3-fosfaat)



Slide 11 - Tekstslide

De calvin cyclus
Stap 3: glucose vormen en herstellen cyclus
12 C3 (glyceraldehyde-3-fosfaat)

  • Ik gebruik 2 C3 om 1 C6 (glucose) te maken.

  • De andere 10 C3 gebruik ik om 6 C5 terug te vormen (ribulose-1,5-difosfaat).

Oefen nu eerst:
20.3 vraag 41, 42 en 43


Slide 12 - Tekstslide

C3, C4 en CAM fotosynthese
C3-Fotosynthese wordt meest gebruikt.
C4-fotosynthese en CAM is een adaptatie.

C3 is best bij hoge concentraties CO2. Rubisco dat CO2 bindt werkt dan het beste.

Bij lage CO2 concentratie bindt rubisco O2 ipv CO2: fotorespiratie.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

C3, C4 en CAM fotosynthese
C4-fotosynthese is een oplossing hiervoor.

Planten gebruiken ander enzym om eerst CO2 te binden aan een C3-molecuul: C4-molecuul.

Dit molecuul verlaat weefsel naar andere weefsel. Daar geeft het CO2 weer af voor de calvin cyclus. Er is daar dus geen O2 aanwezig.



Slide 15 - Tekstslide

C3, C4 en CAM fotosynthese
CAM-plant is variatie op C4-fotosynthese.

Tijdens nacht binden zij CO2 aan een C3: C4.

Tijdens de dag als lichtreactie opstart, start ook de calvin cyclus op. C4-molecuul geeft dan CO2 weer af.

CO2 opnemen in de koele nacht.
Huidmondjes zijn dicht tijdens warme dag.

Slide 16 - Tekstslide

C3, C4 en CAM fotosynthese
Oefen met deze variaties op fotosynthese met de opdrachten uit §20.5:
vraag 67, 68

Slide 17 - Tekstslide