14-02

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Was machen wir Heute?

• Lernziele des Unterrichts;
• Hausafgaben kontrolieren (5 Minuten);
• Quizfragen Verben;
• Sätze Kapitel 4;
• Hausafgaben;
• Ende der Klasse;

Montag 21. Februar Test Kapitel 3+4 -> begin met leren!

Lernziele des Unterrichts

Aan het einde van de les:

• Benoem je hoe je feesttenten moet gebruiken;
• Benoem je de regel voor het maken van voltooid deelwoorden;
• Benoem je 2 werkwoorden waarbij je feesttenten kan gebruiken;
• Benoem je hoe je de sch, sp en st moet uitspreken;
• Heb je geoefend met de zinnen van H4;

Hausafgaben kontrolieren

Hausafgaben -> Wiederholung Kapitel 4

Je ruilt je blad met je buurman/buurvrouw. Je kijkt het blad van iemand anders na

Het werkblad kijken we gezamenlijk na (5-10 minuten)

Tegenwoordige tijd

Voltooid deelwoord

sagen

haben gewohnt

mache

habe gespielt

kochst

habe besucht

singt

kaufst

hast gehört

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes
Hast du das Pferd heute ...... (putzen)?

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes

Ich ....... (singen) gern am Wochenende.

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes

Du ....... (schicken) ein Karte nach deine Oma.

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes

Ihr habt die ganzen Abend ...... (tanzen)

Sätze Kapitel 4

Sch -> Schokolade klank -> Schaf, Schlange, Schule

Sp -> sissende kat klank  (sjp) -> spielen, Spinne

St -> sissende kat klank (sjt) -> streicheln, Straße

Wir machen Aufgabe 30 (Seite 120)

Sprechen Aufgabe 1

In 2-tallen. Lees de onderstaande woorden voor (let op de uitspraak!)

Sch:                               Sp:                                   St:

Fisch                             Spazieren                    Stehen

Beschreiben             Specht                           Stier

Schlimm                     Spinne                           Streicheln      

Schwein                      Sport                              Straße

Sprechen Aufgabe 2

In 2-tallen (gebruik je boek op blz. 122)

Je gaat een rollenspel doen in het Duits, iemand is rol 1 en iemand is rol 2.

De vragen staan in het Nederlands, maar je stelt ze in het Duits. Je kan de zinnen vinden op blz. 122

Rol 1 + 2

Rol 1:

-Hallo, Hoe gaat het? 

-Je vraagt wat zijn/haar lievelingsdier is

-Je vraagt of hij/zij huisdieren heeft

-Je vraagt of hij/zij het huisdier kan omschrijven

Rol 2:

-Je zegt dat het goed met je gaat

-Je lievelingsdier is een .... (mag je zelf kiezen)

-Ja je hebt een .... als huisdier (mag je zelf kiezen)

-Je huisdier is ..... (eigenschappen mag je zelf bedenken

Hausafgaben

Was? --> Arbeitsblatt 'Zinnen van H3 + H4'

Wo? --> Op je werkblad

Wann? --> Freitag 18. Februar

Was brauchst du? --> Woordenlijst H3 (blz. 96), zinnen H3 (blz. 86+98), woordenlijst H4 (blz. 132) en zinnen H4 (blz. 122 en 134)

Pak je agenda erbij!

Ende der Klasse

Leerdoelen behaald?

Vragen?

• Is het werkblad gemaakt;
• Gaan we een Kahoot van H3 + H4 doen;
• Kunnen de leerlingen die het lastig vinden nog extra oefenen;