In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
T3 Genetica
3.7 Opvoeding of aanleg
Leerboek op tafel
Telefoon weg
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Heb jij jouw intelligentie van jouw ouders?
Slide 3 - Woordweb
Leerdoelen
Leerdoelen:
begrippen nature en nurture kennen en kunnen gebruiken
het belang van tweelingonderzoek in de nature-nurture discussie kennen
epigenetica kennen en weten wat de invloed op erfelijkheid is
Slide 4 - Tekstslide
Sleep het kenmerk naar nature of nurture.
Nature
Nurture
Haarkleur
Met bestek eten
Gluten-
allergie
Lengte
Kunnen schrijven
Slide 5 - Sleepvraag
Nature / nurture
in biologie, psychologie en neurowetenschappen op zoek naar de oorzaak van eigenschappen:
Slide 6 - Tekstslide
Nature-nurture
Fenotype = milieu + genotype
Welke speelt een grotere rol?
Herhaling in generaties van: alcoholisme, huiselijkgeweld en misbruik.
Maar ook: creativiteit, verlegenheid, rekenvaardigheid.
Slide 7 - Tekstslide
Wat denk jij dat de grootste rol speelt bij het bepalen van eigenschappen?
A
Nature!
B
iets meer nurture dan nature
C
iets meer nature dan nurture
D
Nurture!
Slide 8 - Quizvraag
Nature vs. Nurture
- Nature: aanleg/erfelijkheid
- Nurture: omgeving/opvoeding
- Wolfskind
- Mowgly
Slide 9 - Tekstslide
De kippenjongen
https://vimeo.com/112819941/702d08f617
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
de Lombroso-test
Wie
is
crimineel?
Test
https://quiz.ntr.nl/quiz/140/start
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Waarom is onderzoek aan tweelingen zo interessant voor het nature/nurture debat?
Slide 14 - Open vraag
Bij een-eiige tweelingen is zowel nature als nurture identiek, bij twee-eiige tweelingen is nature verschillend, nurture identiek. Verschillen tussen die twee groepen in een eigenschap zijn dus het gevolg van nature.
Slide 15 - Tekstslide
Bij een-eiige tweelingen is zowel nature als nurture identiek, bij twee-eiige tweelingen is nature verschillend, nurture identiek. Verschillen tussen die twee groepen in een eigenschap zijn dus het gevolg van nature.
Kan je dit ook omdraaien om nurture te onderzoeken?
Slide 16 - Tekstslide
Epigenetica
Epi-=op/ bij/ aan/ boven/ voor
- Extra informatie bovenop het genotype (bovenop DNA-code).
- Epigenetica bepaalt óók kenmerken in fenotype.
Slide 17 - Tekstslide
Invloed van omgeving
-Zelfs de omgeving van ouders kan invloed hebben op DNA nakomelingen!
-Voeding: stoffen zorgen voor binding aan DNA en blokkeert óf versterkt delen.
Slide 18 - Tekstslide
Epigenetica
In je celkern liggen chromosomen. Chromosomen zijn opgerolde DNA strengen om eiwit heen
Slide 19 - Tekstslide
Epigenetica
Op dat DNA liggen genen die coderen voor eiwitten. Als dat gen ''aan'' staat, wordt het gemaakt via de eiwitsynthese route. We noemen dit gen-expressie. Staat het gen uit. Dan is er Geen expressie.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Genregulatie
-Methylering: toegevoegd molecuul op delen van DNA.
-Zorgen voor wel of niet aflezen gen.
-Ook versterking of zelfs blokkering mogelijk.(enhancing en silencing).