Les 15 sparen

Les 15 sparen
Hoe word ik rijk ?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 15 sparen
Hoe word ik rijk ?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Weet jij hoeveel GELD er nú op jouw rekening staat?

Slide 2 - Poll

Voor de docent

Instructie
Met devices:
  • De leerlingen klikken het antwoord aan wat het dichtst bij de waarheid ligt.
  • Hebben alle leerlingen geantwoord, klik dan door naar de volgende slide. Hier zal een diagram de aantallen per antwoord aangeven.
Zonder devices:
  • Werken de leerlingen zonder devices, dan zou je de handen per antwoord op kunnen laten steken. 
  • Schrijf de aantallen per optie op, zodat het inzichtelijk is voor de leerlingen wat de verdeling in de klas is.
Bespreek met de leerlingen dat het vaak lastig is overzicht te houden op je geldzaken. 
Veel leerlingen (maar ook volwassenen) weten niet wat zij (nog) te besteden hebben. 
  • Wat zegt de poll over de klas? Hebben zij een goed beeld van het geld dat zij te besteden hebben?
  • Hadden zij dit resultaat verwacht? Waarom wel/niet?
  • Zijn er leerlingen die uitleg willen geven bij hun keuze?

Het is zo verleidelijk om alles te willen hebben.
Hoe beslis jij wat je wel en niet koopt?
?

Slide 3 - Open vraag

Voor de docent
DOEL:
Met deze vraag worden studenten  bewust gemaakt van hun koopgedrag. Is het impulsief of denken ze vooraf na. En wat maakt dat ze impulsieve aankopen doen (of juist niet!)?

Instructie
Met devices:
  • De studenten typen het antwoord in op hun mobiel of laptop. 
  • Alle antwoorden verschijnen op het bord.
Zonder devices:
  • Deel briefjes uit en laat de studenten daarop hun antwoord schrijven.
  • Geef studenten een beurt en laat hen vertellen hoe zij hun aankoopgedrag beschrijven.
Bespreek de antwoorden op deze vraag met de groep.
Vragen die je zou kunnen stellen n.a.v. de antwoorden:
  • Hoe vaak koop je iets dat je eigenlijk niet nodig hebt?
  • Heb je achteraf spijt van impulsieve aankopen?
  • Hoe vaak kies jij er bewust voor iets níet te kopen? Wat is dan de reden dat je het niet koopt?
  • Hoe voelt het om iets te kopen waar je langer voor hebt gespaard? Voelt dat anders en waarom?
  • Geldt dat voor jou als docent hetzelfde? Of ben jij gevoeliger voor ander soort aankopen?
Tips:
  • Je kunt studenten ook in tweetallen over de vraag laten overleggen. Vraag vervolgens diverse tweetallen naar de strekken van het gesprek.

?
Waar geef jij het meeste GELD aan uit?

Slide 4 - Poll

Voor de docent
Deze opdracht toont aan waar leerlingen het meeste geld aan uitgeven. 

Afbeeldingen in de opdracht:
- Koptelefoon = accessoires
- Controller = Games
- IJsje = Snacks/Eten
- Zwaard = In game aankopen
- Schoen = Kleding
- Tasjes = Shoppen
- Pot met geld = Sparen
  • Hadden de leerlingen deze uitslag verwacht?
  • Als er werd gekozen voor de '...' waar geven die leerlingen dan hun geld aan uit? Herkennen andere leerlingen dat?
  • Hebben de leerlingen een idee hoeveel geld ze per maand aan deze 'verleiding' uitgeven?

Hoe ben jij je 
REKENINGEN 
de BAAS?
CHALLENGE 2:
https://bankvoordeklas.nl/geldtypetest
GELD-
DOE DE TEST

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies


Wordt jij wel eens verrast door het saldo van je bankrekening?

Slide 7 - Poll

Voor de docent

Bespreek met de leerlingen dat het vaak lastig is overzicht te houden op je geldzaken. 
Veel leerlingen (maar ook volwassenen) weten niet wat zij (nog) te besteden hebben. 

  • Wat zegt de poll over de klas? Hebben zij een goed beeld van het geld dat zij te besteden hebben?
  • Hadden zij dit resultaat verwacht? Waarom wel/niet?

Voordelen
Voordelen
Nadelen
Hoe komt het dat je wel eens verrast wordt
door jouw banksaldo?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

?
Van welke dienst maak jij wel eens gebruik?
Sleep de logo's naar de portemonnee. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de voor- en nadelen van ACHTERAF BETALEN?
?
Nadelen
Voordelen

Slide 10 - Woordweb

Voor de docent
DOEL:
Achteraf betalen heeft zijn voor- en nadelen. Studenten worden bij deze vraag uitgedaagd om de beide kant van achteraf betalen te belichten. 

Instructie
Met devices:
  • De studenten toetsen hun antwoorden in op hun mobiel of laptop.
  • Deze verschijnen op het digibord
  • Verschuif de antwoorden samen met de studenten naar de Voordelen- of de Nadelen-kant.
Zonder devices:
  • Studenten kunnen antwoorden schrijven op Post-its.
  • Nadat alle antwoorden gegeven zijn, kunnen deze met elkaar opgeplakt worden aan de voor- of nadelen-kant van de muur/het bord/...
Bespreek:
  • Welke  conclusie trekt de klas na deze opdracht? Is achteraf betalen te allen tijden af te raden?
Hoe kun je bezuinigen?
A
geef alleen geld aan dingen die leuk en belangrijk zijn
B
kijk op welke uitgaven je kan besparen
C
kijk wat je gratis of voor weinig geld kan doen
D
geld uitgeven aan extra aankopen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De skere student
Bezoek de site de skere student en kijk waar jij op kunt besparen !


https://skerestudent.com/category/besparen/

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sparen
Sparen = geld bewaren voor later

Redenen om te sparen:
  • Voor een doel
  • Uit voorzorg
  • Voor de rente

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met het woord ''buffer''?
A
De bank houdt je geld voor langere tijd vast tegen hogere rente.
B
Je spaart omdat je leuke dingen wil doen.
C
Je houdt geld apart voor onvoorziene uitgaven.
D
Je spaart voor de studie van een kind.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vind jij sparen of zuinig met je geld omgaan belangrijk?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in tweetallen
Jullie gaan kijken naar spaarrentes  .
-Vergelijk bij de ABN - Rabobank - ING en  Sns bank in Nederland de rentes op sparen
-Hoeveel rente krijg jij bij deze bank? 
-Welke bank heeft de hoogste rente?
-Hoeveel spaarrente krijg ik als ik €6000 per jaar spaar ?
Hoeveel heb ik na 10 jaar gespaard ?

Noteer dit in allemaal in een word document


timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent: besparen?
A
een spaarrekening openen
B
meer geld uitgeven dan je hebt
C
sparen
D
minder uitgeven of gebruiken

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voordeel heeft sparen?
A
Je hebt genoeg geld om eten te kopen.
B
Je kunt je vaste lasten betalen.
C
Je hebt geld voor onvoorziene uitgaven.
D
Je weet hoeveel je uit kunt geven.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet ik nu het verschil tussen sparen en besparen ?
JA
Nee

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Einde les

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies