T1F leçon 11 Verbes -ER

Les verbes réguliers en "-ER"

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les verbes réguliers en "-ER"

Slide 1 - Tekstslide

Bienvenue la classe!
Aujourd'hui on:
  1. Parle des pronoms personnels 
(persoonlijke voornaamwoorden)
  1. Apprend les verbes avec "-ER" sur LessonUp  
  2. Nous allons corriger les devoirs de D'accord En Ligne
  3. On joue Quizlet Live (2-1 t/m 2-3)


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel:
  Aan het einde van deze les: 
- ken ik de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans
- kan ik de uitgangen van de regelmatige werkwoorden die eindigen op –ER benoemen en toepassen in korte zinnetjes. 

Slide 4 - Tekstslide

Qu'est-ce que c'est un "pronom personnel"?
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Het persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij
men/we

wij
jullie
u
zij
zij
je
tu
il
elle
on

nous
vous
vous
ils
elles

Slide 7 - Tekstslide

Les verbes réguliers
  1. -ER
  2. -RE
  3. -IR

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke Franse werkwoorden die eindigen op "-ER" ken je al?

Slide 10 - Woordweb

En français, STAP 1:

Werkwoorden die eindigen op -er:
Stap 1: Vind de stam-> hele werkwoord min -er
parler   - er = parl (stam)








Slide 11 - Tekstslide

Wat is de stam van:
danser, nager?

Slide 12 - Open vraag

      Je                         +e             Je parle
        Tu                         +es          Tu parles
    Il/elle/on           +e             Il parle
                  Nous                  +ons        Nous parlons
               Vous                  +ez            Vous parlez
           Ils/elles            +ent         Ils parlent
Habiter - danser- chanter- donner- regarder - écouter - aimer- adorer- détester- ranger- chercher  (=Voca 2-3!)

Stap 2:  Voeg daarna de uitgangen toe:

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Stap 1 is:
A
uitgang erachter zetten
B
Hele werkwoord + uitgang
C
hele werkwoord min -er, dan krijg je de stam
D
de stam opzoeken door hele werkwoord min -r

Slide 15 - Quizvraag

En stap 2 was....

  Je/ J' +e
  Tu +es 
  Il/elle/on +e 
  Nous +ons 
  Vous +ez 
  Ils/elles +ent   
Stam + uitgang

Slide 16 - Tekstslide

timer
0:30
e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 17 - Sleepvraag

Les verbes réguliers en -ER
Let op de uitspraak van de uitgangen!

Slide 18 - Tekstslide

Je (regarder) la télé.
timer
0:15
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent

Slide 19 - Quizvraag

Nathalie (aimer) son chien.
timer
0:15

Slide 20 - Open vraag

Pierre et Lisa (chercher) le chat.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Link

Les devoirs
Faire:
  • Supplément: Exercices D, E, F (Pages 22 et 23)
  • D'accord §2.3 "La maison de Clarisse", ex. 2-3-4-5
  • Werken aan je "Dossier Personnel"
(Deadline is maandag 27 maart!)
Apprendre:

  • Quizlet: Voca 2-4, 2-5 +2-7
  • Herhalen: Voca 2-1 t/m 2-3

Slide 23 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Wat hebben we geleerd vandaag?

Slide 24 - Woordweb

Au revoir ! 
À bientôt! 
Salut! 
Au revoir! 
À demain! 
À plus tard!

Slide 25 - Tekstslide