this-that-these-those

English class
today:
- herhaling meervoud
- herhaling some & any
- This that these those
- get down to work 
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

English class
today:
- herhaling meervoud
- herhaling some & any
- This that these those
- get down to work 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog over Engels meervoud?

Slide 2 - Woordweb

meervoud van:
banana

Slide 3 - Open vraag

meervoud van:
tomato

Slide 4 - Open vraag

meervoud van:
strawberry

Slide 5 - Open vraag

meervoud van:
lady

Slide 6 - Open vraag

meervoud van:
apple

Slide 7 - Open vraag

meervoud van:
baby

Slide 8 - Open vraag

meervoud van:
knife

Slide 9 - Open vraag

meervoud van:
box

Slide 10 - Open vraag

meervoud van:
bus

Slide 11 - Open vraag

meervoud van:
watch

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 'any'?

Slide 14 - Woordweb

Wanneer gebruik je 'some'?

Slide 15 - Woordweb

some/any:

There isn't _______ time left.
A
some
B
any

Slide 16 - Quizvraag

Some or Any?

"I don't want ... strawberries."
A
some
B
any

Slide 17 - Quizvraag

use some/any:

Do you want ... lemonade?
A
any
B
some

Slide 18 - Quizvraag

SOME/ANY

Have you got ___ ideas?
A
some
B
any

Slide 19 - Quizvraag

some/any:

Please get me ... coffee!
A
some
B
any

Slide 20 - Quizvraag

some/any:

There isn't _______ paper left.
A
some
B
any

Slide 21 - Quizvraag

some/any

They didn't do ______ work today.
A
some
B
any

Slide 22 - Quizvraag

SOME / ANY

He never has ... money.
A
some
B
any

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je:

* de woorden this/that/these/those op de juiste manier gebruiken

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

aantekening: this/these & that/those

Slide 27 - Tekstslide

this/that/these/those
this
1 ding, dichtbij
that
1 ding, ver weg
these
meerdere dingen, dichtbij
those
meerdere dingen, ver weg

Slide 28 - Tekstslide

This, that, these, those

Slide 29 - Tekstslide

Practice
Enkelvoud of meervoud?
Kies de juiste vorm: this / that / these / those

Slide 30 - Tekstslide

This
That

These
Those

Slide 31 - Sleepvraag

....... an apple.
A
This is
B
These are

Slide 32 - Quizvraag

........... grapes
A
This is
B
These are

Slide 33 - Quizvraag

...... a phone.
A
That is
B
Those are

Slide 34 - Quizvraag

........ a kitchen.
A
This is
B
These are

Slide 35 - Quizvraag

..... beautiful stars.
A
That is
B
Those are

Slide 36 - Quizvraag

..... a spoon.
A
That is
B
Those are

Slide 37 - Quizvraag

....... are carrots.
A
This
B
These

Slide 38 - Quizvraag

.... is a banana.
A
That
B
Those

Slide 39 - Quizvraag

.... are my books.
A
This
B
These

Slide 40 - Quizvraag

.... is my pen
A
That
B
Those

Slide 41 - Quizvraag

Vul het juiste woord in de zin in
Hou je aantekening erbij (is het dichtbij of ver weg?)

Slide 42 - Tekstslide

Look at ... newspaper here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 43 - Quizvraag

... people over there are my parents.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 44 - Quizvraag

... building over there is Tower Bridge
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 45 - Quizvraag

Are ... your pencils here?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 46 - Quizvraag

Take ... book here and read it!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 47 - Quizvraag

Is ... your brother over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 48 - Quizvraag

... bottles over there are empty
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 49 - Quizvraag

Oefenen
page 172 t/m 175
alle opdrachten

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide