Redenen sporten: gezelligheid, gezondheid, werk. Dat maak waardevol (belangrijk).
Inspanning: lichamelijke of geestelijke inspanning.
Soort sport: Individuele sport (alleen): Bijv. atletiek (100 m sprint), wielrennen (tijdrit), boksen.
Teamsport (samen): Samenwerken, afspreken hoe je speelt of een tactiek afspreken om te winnen.
Keuze, let op:
Lichamelijke eigenschappen: lenigheid, kracht, uithoudingsvermogen en snelheid.
Karaktereigenschappen: doorzettingsvermogen, concentratie, geduld en nauwkeurigheid.
Hoeveel geld kost het, waar doen, hoeveel tijd?
Een mening betekent dat je iets vindt.
De redenen voor een mening noem je argumenten.