Hoofdstuk 4: Shampoos en verzorgingsproducten

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Shampoos en verzorgingsproducten

Startopdracht: 

Kijk op het bord aan welke tafel je moet zitten

Pak je boek en maak hoofdstuk 4 af. Heb je dit af? Ga het nakijken met een laptop-classroom

Planning:

• Uitleg hoofdstuk 4: Shampoos en verzorgingsproducten 
• Shampoos
• Bestanddelen van shampoo
• Verzorgingsproducten

Terugblik vorige les:

Vorige les hebben we het gehad over:

• Hoe een haar is opgebouwd.
• Wat de eigenschappen van een haar zijn.
• Wat de functie van haar is.
• De theorie over een haar- en hoofdhuiddiagnose.

Doelstellingen:

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

1. Over verschillende soorten shampoos.
2. Over verschillende hoofdhuiden en structuur van haren.

Lezen 4.1 inleiding

Shampoos

Een shampoo is bedoeld om het haar en de hoofdhuid te reinigen. Voordat je het haar van een klant wast, doe je eerst een haar- en hoofdhuid diagnose. 

Shampoos

Verschillende soorten shampoos

• Tegen droog haar en hoofdhuid
• Tegen vet haar en hoofdhuid
• Anti-roos shampoo
• Tegen droog en/of beschadigd haar
• Voor gekleurd haar

Bestanddelen van shampoo

• Wasactieve stoffen

Deze zorgen ervoor dat het haar gereinigd wordt.

Het lost talg op.

• Schuimstabilisatoren

Hierdoor gaat de shampoo goed schuimen.

• Verdikkingsmiddelen

Hierdoor krijgt de shampoo de juiste dikte.

Verzorgingsproducten

• Haarpakking (haarmasker) heeft een intensievere werking van binnenuit.

• Crèmespoeling of conditioner werkt oppervlakkig en is minder verzorgend. 

Aan het werk:

• Lezen: Hoofdstuk 4
• Maken:  Hoofdstuk 4

Praktijkopdracht: Deelopdracht 4.01 advies geven (internet)

blz. 196

Praktijkopdracht 2.04: draaiboek invullen

Startopdracht: 

Pak en laptop en log in.

Lees de praktijkopdracht op blz. 163

Planning:

• Op de computer draaiboek invullen opdracht. 

Doel:

• Aan het einde van de les begrijp ik wat het doel is van een draaiboek en kan ik deze invullen. 

Aan het werk: 

• De gegevens vind je in jouw boek op blz. 163/164
• Je werkt de gegevens uit op de computer (classroom)

Aan het werk: (blz. 163)

Een deel van het draaiboek is al ingevuld. Je vult de lege vakken in met de juiste gegevens. 

• Zet in de eerste rij van de vierde kolom: WIE
• Laat het kopje 'wie' opvallen
• Zet boven het draaiboek een passende titel en de datum van de feestdag 
• Zet in de voettekst de naam van de school en je eigen naam
• Vul alle lege vakken met de juiste activiteit, tijd en verantwoordelijke persoon/personen