Les 13 Nieuwe stoffen maken

H4 Nieuwe stoffen maken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Nieuwe stoffen maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:

  • 4.3 Reactievergelijking kloppend maken
  • maken 4.3  opdracht 8 t/m 12 + 16
  • leren tabel Enkele symbolen van atoomsoorten
  • leren tabel Molecuulformules
H4 Stoffen maken

Slide 2 - Tekstslide

Atoommodel van Dalton

  • Atomen zijn de bouwstenen van stoffen.
  • Atomen zijn niet te vernietigen.
  • Bij een chemische reactie veranderen de atomen niet, maar worden ze anders gerangschikt.
4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 3 - Tekstslide

4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
Molecuulformules
Stoffen die uit niet metaal atomen bestaan noemen we moleculen of moleculaire stoffen.

Slide 4 - Tekstslide

4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
Molecuulformules
Stoffen die uit niet metaal atomen bestaan noemen we moleculen of moleculaire stoffen.
2 NH3

Slide 5 - Tekstslide

4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
Molecuulformules
Stoffen die uit niet metaal atomen bestaan noemen we moleculen of moleculaire stoffen.
2 NH3
index

Slide 6 - Tekstslide

4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
Molecuulformules
Stoffen die uit niet metaal atomen bestaan noemen we moleculen of moleculaire stoffen.
2 NH3
index
=
aantal atomen

Slide 7 - Tekstslide

4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
Molecuulformules
Stoffen die uit niet metaal atomen bestaan noemen we moleculen of moleculaire stoffen.
2 NH3
index
=
aantal atomen

Slide 8 - Tekstslide

4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
Molecuulformules
Stoffen die uit niet metaal atomen bestaan noemen we moleculen of moleculaire stoffen.
2 NH3
index
=
aantal atomen
coefficient

Slide 9 - Tekstslide

4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
Molecuulformules
Stoffen die uit niet metaal atomen bestaan noemen we moleculen of moleculaire stoffen.
2 NH3
index
=
aantal atomen
coefficient
= aantal moleculen

Slide 10 - Tekstslide

Molecuulformules
4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 11 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
De vorming van vast kaliumbromide door de reactie tussen vast kalium en vloeibaar broom.
  • Reactieschema:
  • kalium (s) + broom (l) → kaliumbromide (s)
Reactieschema en reactievergelijking

Slide 12 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Reactieschema:
kalium (s) + broom (l) → kaliumbromide (s)
  • Reactievergelijking:
  • ... K (s) + ... Br2 (l) → ... KBr (s)
Reactieschema en reactievergelijking

Slide 13 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
kalium (s) + broom (l) → kaliumbromide (s)
... K (s) + ... Br2 (l) → ... KBr (s)
  • Atomen zijn niet te vernietigen
  • We gaan de reactievergelijking kloppend maken
Reactieschema en reactievergelijking

Slide 14 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
kalium (s) + broom (l) → kaliumbromide (s)
2 K (s) + ... Br2 (l) → 2 KBr (s)
Reactieschema en reactievergelijking

Slide 15 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Ammoniak wordt ontleed in stikstof en waterstof.
  • ammoniak (g) → stikstof (g) + waterstof (g)
  • ... NH3 (g) → ... N2 (g) + ... H2 (g)
  • ... NH3 (g) → ... N2 (g) + ... H2 (g)
Reactieschema en reactievergelijking

Slide 16 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Ammoniak wordt ontleed in stikstof en waterstof.
  • ammoniak (g) → stikstof (g) + waterstof (g)
  • ... NH3 (g) → ... N2 (g) + ... H2 (g)
  • 2 NH3 (g) → ... N2 (g) + ... H2 (g)
Reactieschema en reactievergelijking

Slide 17 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Ammoniak wordt ontleed in stikstof en waterstof.
  • ammoniak (g) → stikstof (g) + waterstof (g)
  • ... NH3 (g) → ... N2 (g) + ... H2 (g)
  • 2 NH3 (g) → ... N2 (g) + 3 H2 (g)
Reactieschema en reactievergelijking

Slide 18 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Bij de verbranding van propaan ontstaan de stoffen koolstofdioxide en water.
  • propaan (g) + zuurstof (g) →                                                                                           koolstofdioxide (g) + water (l)
  • ... C3H8 (g) + ... O2 (g) → ... CO2 (g) + ... H2O (l)
Reactieschema en reactievergelijking

Slide 19 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Reactieschema en reactievergelijking
  • propaan (g) + zuurstof (g) →                                                                                           koolstofdioxide (g) + water (l)
... C3H8 (g) + ... O2 (g) → ... CO2 (g) + ... H2O (l)

Slide 20 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Reactieschema en reactievergelijking
  • propaan(g) + zuurstof (g) →                                                                                           koolstofdioxide (g) + water (l)
... C3H8 (g) + ... O2 (g) → 3 CO2 (g) + ... H2O (l)

Slide 21 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Reactieschema en reactievergelijking
  • propaan(g) + zuurstof (g) →                                                                                           koolstofdioxide (g) + water (l)
... C3H8 (g) + ... O2 (g) → 3 CO2 (g) + 4 H2O (l)

Slide 22 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Reactieschema en reactievergelijking
  • propaan(g) + zuurstof (g) →                                                                                           koolstofdioxide (g) + water (l)
... C3H8 (g) + 5 O2 (g) → 3 CO2 (g) + 4 H2O (l)

Slide 23 - Tekstslide

Van reactieschema naar reactievergelijking.
Bij de verbranding van butaan ontstaan de stoffen koolstofdioxide en water.
  • butaan (g) + zuurstof (g) →                                                                                           koolstofdioxide (g) + water (l)
  • ... C4H10 (g) + ... O2 (g) → ... CO2 (g) + ... H2O (l)
Reactieschema en reactievergelijking

Slide 24 - Tekstslide

  • Maken 4.3 opdracht 8 t/m 12 + 16
  • Leren tabel Enkele symbolen van atoomsoorten
  • Leren tabel Molecuulformules
4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 25 - Tekstslide