H5 - Spelling - deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Wat gaan we vandaag doen?
- Wat weet je nog van:
het voltooid en onvoltooid deelwoord
het bijvoeglijk naamwoord
- Huiswerk bespreken: 
Opdracht 4 blz. 127
Opdracht 3 en 5 blz. 155
- Uitleg deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
zelf aan de slag met het huiswerk




 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
- Wat weet je nog van:
het voltooid en onvoltooid deelwoord
het bijvoeglijk naamwoord
- Huiswerk bespreken: 
Opdracht 4 blz. 127
Opdracht 3 en 5 blz. 155
- Uitleg deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
zelf aan de slag met het huiswerk




 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les.... (lesdoel)
.... Heb je je kennis over (voltooide en onvoltooide) deelwoorden en bijvoeglijke naamwoorden ophaalt en uitbreidt. Ook weet je hoe je een deelwoord als bijvoeglijk naamwoord moet spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid en onvoltooid deelwoord
Wat weet je nog van het voltooid en onvoltooid deelwoord?

Pak je laptop en beantwoord klassikaal de volgende vragen over de deelwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is juist?
A
Het onvoltooid deelwoord is nog bezig.
B
Het onvoltooid deelwoord heeft al plaatsgevonden.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is juist?
A
Het voltooid deelwoord is nog bezig.
B
Het voltooid deelwoord heeft al plaatsgevonden.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

huilende kinderen
huilende = bijvoeglijk naamwoord
Is het een vd of od?
A
voltooid deelwoord
B
onvoltooid deelwoord

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De man werd -schreeuwend- op straat gevonden.
Schreeuwend is een ...
A
voltooid deelwoord
B
onvoltooid deelwoord

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin zijn het voltooid en het onvoltooid deelwoord goed geschreven?
A
Lachend heeft de stewardess geantwoord.
B
Lachend heeft de stewardess geantwoort.
C
Lachent heeft de stewardess geantwoord.
D
Lachent heeft de stewardess geantwoort.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spel correct: Micha en Jari hebben tot 's avonds laat ...................... (kletsen).

En voltooid of onvoltooid deelwoord?
A
gekletst - OD
B
gekletsd - OD
C
gekletsd - VD
D
gekletst - VD

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lezend in 'een vrolijk weekblad' leer je van alles.
A
Infinitief
B
Voltooid deelwoord
C
Onvoltooid deelwoord

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij heeft zijn geld eerlijk verdiend
A
Infinitief
B
Voltooid deelwoord
C
Onvoltooid deelwoord

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord of van een onvoltooid deelwoord gemaakt?

De gewonnen wedstrijd
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid (vd) en onvoltooid deelwoord (od)
Het voltooid deelwoord maakt (meestal) deel uit van het gezegde. Er staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden in de zin.



Voltooid deelwoord (vd)
het is al gebeurd
De deur is geverfd.
Onvoltooid deelwoord (od)
het is nog gaande
Marie reist zeilend de wereld over.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden opdracht 4 - blz. 127
1 vd – ontkend
2 pvtt- bestelt
3 vd – omringd
4 vd – beloofd, pvtt – vertelt
5 vd – besteld, pvtt – betreurt
6 pvtt – bepaalt, vd – bestudeerd

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bijvoeglijke naamwoorden


Pak je laptop en ga naar LessonUp.


Beantwoord de volgende vragen.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
timer
1:00

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Noem kenmerken van een
bijvoeglijk naamwoord.

Slide 17 - Woordweb

Laat leerlingen bijvoeglijke naamwoorden verzinnen. Ze zetten deze in de stellende trap, de neutrale vorm. Zoals het voorbeeld hiervoor 
Welke bijvoeglijk naamwoorden kunnen bij de foto?
timer
1:00

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 3 soorten bijvoeglijke naamwoorden:

  1. de 'gewone' bijvoeglijke naamwoorden. Deze schrijf je zo kort mogelijk.
  2. Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen
    bijna altijd op -en.
  3. Bijvoeglijke naamwoorden die gemaakt zijn van een werkwoord. Ook deze sterke werkwoorden eindigen op -en.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerkingen opdracht 3 (blz. 155)
1 impulsief
2 contactuele
3 gracieuze
4 misdadige
5 mysterieuze 
6 principiële 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerkingen opdracht 5 (blz. 155)
1 rokerige, schadelijk, klachten, luchtwegen
2 baggerslib, opeenhoping, chemische
3 omliggende, dichtbevolkte, agglomeratie
4 gelukkig, glamour, chique
5 regisseur, gehecht, tatoeage, flamingo
6 machine, chips, vochtigheid, signaleren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 5 - blz. 156
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. voltooid deelwoord

2. onvoltooid deelwoord

3. voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag

Maak opdracht 2 en 3 op blz. 157. Dit is tevens huiswerk voor volgende week.
Leer ook de sterke werkwoorden die je nog niet kent.

Het infinitief in opdracht 2 is het hele werkwoord.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je weet nu ...
.... wat voltooide en onvoltooide deelwoorden zijn en hoe je ze als bijvoeglijk naamwoord moet spellen. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijn weekend!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies