In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
2.1 - Industrie
en samenleving
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat er veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers
Slide 2 - Tekstslide
Planning
De gevolgen van de industriële revolutie
Industriële samenlevin
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Sleep de kenmerken naar de juiste samenleving
Industriële samenleving
Landbouw samenleving
In steden zijn handel en nijverheid belangrijk
In steden zijn industrie en diensten belangrijk
Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
Meer dan de helft van de bevolking woont op het platteland
Slide 4 - Sleepvraag
Steden
De meeste mensen woonden
Reizen gebeurde
In straten van steden
waren
[..............................]
werden
[..............................]
op het
[..............................]
in een
[..............................]
meestal
[..............................]
meer met de
[..............................]
was het 's nachts
[..............................]
was
[..............................]
In 1800
In 1900
Plaats de woorden op de juiste plek in de tabel.
klein
groot
platteland
stad
te voet
trein
pikdonker
verlichting
Slide 5 - Sleepvraag
Welke zin over het tijdperk van de industriële revolutie is juist?
A
De bevolking groeide snel en steeds meer mensen woonden in de stad.
B
De industriële revolutie begon in de VS; daarna volgden Groot-Brittannië en Nederland.
C
De landbouwproductie nam toe en veel mensen trokken naar het platteland.
D
Geen van de genoemde zinnen is juist.
Slide 6 - Quizvraag
Burgers en stoommachines (1)
Tijd van burgers en stoommachines
Rijke burgers werden ondernemer. Zij hadden veel invloed in de samenleving. Het waren werkgevers die werknemers in dienst hadden.
Om zo veel mogelijk winst te maken hielden ondernemers de lonen laag.
Een onpersoonlijke relatie tussen werkgever en werknemer.
Slide 7 - Tekstslide
Gevolgen van de industriële revolutie (1)
De overgangvan eenlandbouw-stedelijkesamenleving naar een industriële samenleving. (Landbouw was niet langer het belangrijkste middel van bestaan).
Transport- industrie- en dienstensector groeide.
Landelijke gebieden veranderden in industriegebieden met dichtbevolkte steden.
Slide 8 - Tekstslide
Arbeiders
Armoede en ellendewerd meerzichtbaar in de samenleving.
Er zouden wetten en regels moeten komen voor de arbeidsomstandigheden van werknemers, daarom werden er vakbonden opgericht. De vakbonden konden namens de arbeidersonderhandelen met de ondernemers over loon en werktijden. En soms konden ze gaan staken.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Huiswerk bespreken
Bespreken van de opdrachten 1c, 2, 4 en 7.
De overige opdrachten kan je zelfstandig nakijken in Magister.
Ben je klaar? Dan ga je aan de slag met de opdrachten 1, 2, en 3 op pagina 38.
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom we spreken van een industriële revolutie.