BEZIT 's / ' / ..of..

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

We drove to Storybrook in (Sarah / car)
A
the car of Sarah
B
Sarah's car
C
Sarahs car
D
Sarahs' car

Slide 3 - Quizvraag

I was bitten by _________ (dog / my friend)
A
the dog of my friend
B
my friends dog
C
my friend's dog
D
my friends' dog

Slide 4 - Quizvraag

The ___________ are colorful. (children / toys)
A
the toys of the children
B
the childrens toys
C
the childrens toy's
D
the children's toys

Slide 5 - Quizvraag

My _________ clothers are really nice! (sisters / clothes)

Slide 6 - Open vraag

The ____________ are really small (dwarf / boots)

Slide 7 - Open vraag

The ____________ is really big! (house / mayor Mills)

Slide 8 - Open vraag

I really like ________ (Henry / storybook

Slide 9 - Open vraag

Bezit
Met ’s geef je aan dat iets van iemand of iets is.


ENKELVOUDS VORM

• Simon’s house
• My uncle’s car
• The rabbit’s ears


Slide 10 - Tekstslide

Bezit
Als een woord in het meervoud op –s eindigt, gebruik je alleen

• the girls’ shoes
• the teachers’ books
• my parents’ kitchen


Slide 11 - Tekstslide

Bezit
Als een woord in het meervoud niet op –s eindigt, gebruik je wel 's




Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bezit
Je gebruikt ’s om tijd aan te geven:

• yesterday’s film
• next week’s game
• last month’s bingo night



Slide 14 - Tekstslide

...of...
Bij dingen gebruik je … of … om bezit aan te geven:

• The capital of Italy is Rome.
• The end of the film was boring.
• The door of the classroom was wide open



Slide 15 - Tekstslide