Algemeen Lichamelijk Onderzoek Hond en Kat

Het Algemeen Lichamelijk Onderzoek
  1. Ademhaling
  2. Pols
  3. Temperatuur
  4. Huid en Beharing
  5. Slijmvliezen
  6. Lymfeknopen
Klik op '->'
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Het Algemeen Lichamelijk Onderzoek
  1. Ademhaling
  2. Pols
  3. Temperatuur
  4. Huid en Beharing
  5. Slijmvliezen
  6. Lymfeknopen
Klik op '->'

Slide 1 - Tekstslide

Het Algemeen Lichamelijk Onderzoek
Ademhaling:
  • Type
  • Diepte
  • Ritme 
  • Frequentie

Bekijk de video op de volgende slide:
Klik op '->'

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Tijdens een Algemeen Lichamelijk Onderzoek neem je de ademhaling op bij:
A
Staande hond en zelf schuin achter de hond staan.
B
Staande hond en zelf voor de hond staan
C
Liggende hond en zelf schuin achter de hond staan
D
Liggende hond en zelf voor de hond staan.

Slide 4 - Quizvraag

Welk type ademhaling is normaal?
A
Abdominaal
B
Costaal
C
Costo-abdominaal
D
Pendelend

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de normale ademfrequentie van de hond ("...-...")?

Slide 6 - Open vraag

0

Slide 7 - Video

Deze hond heeft een afwijkende ademhaling. Hoe noem je het geluid wat de hond maakt met ademen?
A
Souffle
B
Stridor
C
Flatulentie
D
Oedeem

Slide 8 - Quizvraag

Het Algemeen Lichamelijk Onderzoek
Temperatuur:
  • Temperatuur
  • Staarttonus
  • Faeces en parasieten omgeving anus
  • Stand anus (open/gesloten)
  • Anusreflex
  • Aspect faeces thermometer
  • Weerstand

Bekijk de video op de volgende slide:
Klik op '->'

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Aan welk vat wordt de pols opgenomen?
A
V. Cephalica
B
V. Saphena
C
V. Jugularis
D
A. Femoralis

Slide 11 - Quizvraag

Waarom wil ik de pols opnemen in de liezen en is het voelen naar de hartslag op de thorax of het ausculteren van het hart onvoldoende?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de normale polsfrequentie van de hond (...-...)?

Slide 13 - Open vraag

Een normale pols is krachtig. Wat is er aan de hand bij een zwakke pols?
A
Het dier is erg mager, de pols is niet goed te voelen
B
Het dier heeft koorts.
C
Er is onvoldoende circulatie (van bloed).
D
Het dier heeft bloedarmoede.

Slide 14 - Quizvraag

Bij sommige honden voelt de pols zwak terwijl de circulatie in orde is. Hoe kan dat?
A
Deze honden hebben koorts.
B
Deze honden zijn erg dik.
C
Deze honden zijn erg gespannen.
D
Deze honden zijn benauwd.

Slide 15 - Quizvraag

Een normale pols is synchroon. Wat is er aan de hand bij een niet synchrone pols?
A
Het hart en de ademhaling zijn niet gelijk.
B
Het hart maakt een slag minder dan zou moeten (extra polsslag).
C
Het hart gaat sneller kloppen op het moment van inademing.
D
Het hart maakt een extra slag waarbij geen bloed wordt rondgepompt (geen polsslag).

Slide 16 - Quizvraag

Een pols is regelmatig. Wat is een respiratoire aritmie?
A
Bij uitademen versneld de pols, dit is normaal.
B
Bij uitademen versneld de pols, dit is abnormaal.
C
Bij inademen versneld de pols, dit is normaal.
D
Bij inademen versneld de pols, dit is abnormaal.

Slide 17 - Quizvraag

Het Algemeen Lichamelijk Onderzoek
Pols:
  • Frequentie
  • Kracht
  • Regelmaat
  • Equaliteit
  • Symmetrie
  • Synchroniteit


Bekijk de video op de volgende slide:
Klik op '->'

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Het is een warme zomerdag. De hond van mevrouw Janssen is naast de fiets naar de praktijk komen rennen. In de praktijk is de hond ook nog erg druk.

Je meet de temperatuur van de hond en deze is 39.4 graden Celsius. Wat betekent dit?
A
De hond heeft koorts.
B
De temperatuur is normaal voor de hond.
C
De hond heeft een verhoogde temperatuur, maar dit kan door het rennen en de opwinding zijn veroorzaakt.
D
De temperatuur is afwijkend doordat de anus een afwijkende (open) stand had.

Slide 20 - Quizvraag

Het Algemeen Lichamelijk Onderzoek
Huid en beharing:

Beharing:
  • Algemene inspectie: Kleur, Glans, Aaneensluiting, Kale plekken
  • Lokale inspectie: Dichtheid, Losse haren


Bekijk de afbeelding op de volgende slide:
Klik op '->'

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Het Algemeen Lichamelijk Onderzoek
Huid en beharing:

Huid:
  • Kleur en huidbloedingen
  • Dikte, oplichtbaarheid en turgor
  • Temperatuur
  • Aanwezigheid van oedeem


Bekijk de afbeeldingen op de volgende slide's:
Klik op '->'

Slide 23 - Tekstslide

De huid van deze kat is geel van kleur.

Slide 24 - Tekstslide

Oedeem is vocht onder de huid. Met een vinger kan je er een putje in drukken.

Slide 25 - Tekstslide

De turgor wordt bepaald door een huidplooi op de thoraxwand op te tillen en weer los te laten. De plooi hoort meteen weer te verstrijken. 

Slide 26 - Tekstslide

Welk instrument gebruiken we voor het onderzoek van de beharing?
A
Elleboogpincet
B
Kniepincet
C
Schouderpincet
D
Polspincet

Slide 27 - Quizvraag

Je bepaalt de turgor door een huidplooi op de thoraxwand op te nemen. De plooi blijft meer dan 2 seconden staan en verstrijkt langzaam. Wat betekent dit?
A
Het dier is gedehydreerd.
B
Het dier heeft koorts.
C
Het dier heeft oedeem.
D
Het dier is in shock.

Slide 28 - Quizvraag

Het Algemeen Lichamelijk Onderzoek
Lymfeknopen:

  • Grootte
  • Vorm
  • Consistentie
  • Pijnlijkheid
  • Vergroeiing


Bekijk de video op de volgende slide:
Klik op '->'

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

In de video wordt vooral aandacht besteed aan de kleur van de slijmvliezen, maar op het einde wordt ook wat anders onderzocht, namelijk...
A
Vochtigheid
B
Bloedingen
C
Turgor
D
CRT

Slide 31 - Quizvraag

Wat betekent de CRT?
A
De intensiteit van de kleur van de slijmvliezen.
B
De tijd waarin de capillairen zich opnieuw vullen met bloed.
C
De tijd waarin de vochtigheid van de slijmvliezen terugkeert.
D
Of de slijmvliezen snel gaan bloeden bij druk op de slijmvliezen.

Slide 32 - Quizvraag

Wat zegt de CRT over het dier?
A
De CRT zegt iets over de circulatie van de slijmvliezen.
B
De CRT zegt iets over de respiratie, komt er voldoende zuurstof in het bloed.

Slide 33 - Quizvraag

Het Algemeen Lichamelijk Onderzoek
Lymfeknopen:

  • Grootte
  • Vorm
  • Consistentie
  • Pijnlijkheid
  • Vergroeiing



Klik op '->'

Slide 34 - Tekstslide

Je onderzoekt een hond en voelt een klein bultje (erwt groot) in de oksel. Is dit normaal?
A
Ja, dit is de oksellymfeknoop
B
Nee, deze lymfeknoop hoort groter te zijn dan "erwt groot".
C
Nee, deze lymfeknoop hoor je normaal niet te voelen.
D
Ja, alle lymfeknopen kan je normaal voelen en zijn erwt groot.

Slide 35 - Quizvraag

Je onderzoekt een hond en je voelt een bultje voor de schouder. Bultje is 1 cm groot. Is dit normaal?
A
Ja, dit is de boeglymfeknoop en is normaal te voelen.
B
Nee, dit is de boeglymfeknoop en deze is nu te groot.
C
Ja, alle lymfeknopen zijn voelbaar met een grote van 1 cm.
D
Nee, de boeglymfeknoop hoor je normaal niet te voelen.

Slide 36 - Quizvraag