2.2 De outback in Australie

Op je tafel ligt:

Laptop
Schrift
Pen
Herinnering:

Vorige week hebben we afgesproken dat we:

1. Stil zijn en luisteren wanneer de docent praat.
2. Je hand opsteekt als je wat wilt zeggen.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Op je tafel ligt:

Laptop
Schrift
Pen
Herinnering:

Vorige week hebben we afgesproken dat we:

1. Stil zijn en luisteren wanneer de docent praat.
2. Je hand opsteekt als je wat wilt zeggen.

Slide 1 - Tekstslide

Warme lucht ...
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 2 - Quizvraag

Er kan ..... water in warme lucht zitten
A
Meer
B
Minder

Slide 3 - Quizvraag

Wat klopt niet?

A
Het tropisch regenwoud ligt in de tropen
B
Het regent veel in het tropisch regenwoud door stijgende lucht
C
Er leven veel dieren in het tropisch regenwoud
D
Er is ieder jaar meer ontbossing

Slide 4 - Quizvraag

Wat klopt niet?

A
Een oplossing voor ontbossing is herbebossing
B
Ontbossing gebeurt omdat de regering een ongelijke bevolkingsspreiding wil
C
In het tropisch regenwoud vind je etages

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je/weet je:
  • de ongelijke bevolkingsspreiding in Australië beschrijven en verklaren
  • wat de gevolgen zijn van de ongelijke neerslag voor het bodemgebruik en de soorten landschappen in Australië

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je over Australië?

Slide 8 - Woordweb

 B77 cultuur- en natuurlandschap
Een gebied of regio is een stuk van het aardoppervlak. Kijk je het gebied rond, dan zie je 2 soorten landschappen:

1. Natuurlandschap: bijna niet veranderd in het landschap. Alles in de natuur: bergen, rivieren, moerrassen. Veel oorspronkelijke plantengroei/vegetatie

Slide 9 - Tekstslide

B77 cultuur- en natuurlandschap
2. Ingerichte landschappen/cultuurlandschap: aangepast door de mens door het aanleggen van wegen, huizen en akkers.

Hoe meer mensen, hoe minder natuurlijke begroeiing, hoe meer cultuurgrond (grond voor landbouw). 

Slide 10 - Tekstslide

Ongelijke spreiding
Australië is een groot land en heeft een lage bevolkingsdichtheid:
3 inwoners per km2, maar ongelijke bevolkingsspreiding

Meeste mensen wonen aan oostkust. Binnenland leeg en bijna onbewoond. 

Rekenen: Bevolkingsdichtheid = aantal inwoners : oppervlakte

Slide 11 - Tekstslide

Outback
Ongelijke bevolkingsspreiding door: hoeveelheid neerslag

Kustgebied: voldoende neerslag voor plantengroei (akkers, weiland & bos)
Binnenland: hoe verder van zee, hoe droger = outback

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Temperatuur in Australië

Slide 14 - Tekstslide

Outback
In outback: Droog -> geen akkers, alleen vee. Hier extensieve veeteelt = weinig vee per hectare
In het kustgebied: akkers en vee
Hier intensieve veeteelt = veel vee per hectare

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§2.2 Opdrachten 1c t/m 5
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je/weet je:
  • de ongelijke bevolkingsspreiding in Australië beschrijven en verklaren
  • wat de gevolgen zijn van de ongelijke neerslag voor het bodemgebruik en de soorten landschappen in Australië

Slide 18 - Tekstslide

Noorden van Australië: 

Ligt in de warme en vochtige tropen.
Regentijd van november t/m april. Rest van het jaar is het droger, daardoor geen tropische bossen maar een savanne (lange grassen en bomen)

Slide 19 - Tekstslide

Savanne
  • Droge tijd in gebieden ten noorden en zuiden van evenaar (ligt in de tropen)
  • 500-2000 mm neerslag
  • Lange grassen en groepen bomen

Slide 20 - Tekstslide

Grootste deel van Australië: 
Droge gebieden op aarde. 
Minder dan 500 mm neerslag per jaar.
Steppe: 250-500 mm neerslag = alleen nog grassen en struiken
Woestijn: <250 mm neerslag = groeit bijna niets meer 

Slide 21 - Tekstslide

Steppe
  • 250-500 mm neerslag
  • Lange droge tijd 
  • Alleen grassen en struiken 

Slide 22 - Tekstslide

Woestijn
  • Minder dan 250 mm neerslag
  • Bijna altijd droog
  • Groeit bijna niets (cactussen en grassen)
  • Droog gebied = aride 
Maar: niet alleen zand, ook grind- en rotsbodem. Niet altijd warm, 's nachts & winter koelt het flink af.
Ook poolwoestijnen 

Slide 23 - Tekstslide

Woestijnen liggen vooral tussen 20º en 40º NB/ZB

Slide 24 - Tekstslide

B60 Droogte
Outback en andere droge gebieden (woestijnen) liggen ten noorden of zuiden van tropen, want dalende lucht

Dalende lucht          warmt op          
kan meer waterdamp bevatten        
bewolking lost op = droog


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§2.2 Opdrachten 6 t/m 9
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 27 - Tekstslide

Begrippenlijst
  • Bevolkingsdichtheid
  • Bevolkingsspreiding
  • Neerslag
  • Extensieve veeteelt
  • Intensieve veeteelt
  • Regentijd
  • Savanne
  • Woestijn
  • Steppe
  • Aride

Slide 28 - Tekstslide