In deze les zitten 41 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Zoek in het onbekende woord naar een woorddeel dat je al wel kent. Dat kan in ....
= een woord dat bestaat uit twee of meer losse woorden.
Let op losse woorden, waarvan je de betekenis weet.
> vleesvervanger
> kooplust
>voedzaam. -zaam = 'geschikt om', dus ......
>herbruikbaar. Her = 'opnieuw' -baar = 'mogelijk', dus....
>verplaatsbaar. Ver = 'anders', -baar = ............, dus .......
Wanneer het niet lukt om op één van de genoemde manieren de betekenis van een onbekend woord te vinden,
zoek je (een deel) van het woord op in het (online) woordenboek.
Kies dan wel de betekenis die bij de tekst past!