2022 - Kapitel 4 - Lesen

Kapitel 4 : Tiere
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 4 : Tiere

Slide 1 - Tekstslide

Welches Tier ist das?
A
das Huhn
B
der Hahn
C
die Krähe
D
die Gans

Slide 2 - Quizvraag

Welche Tiere sind das?
A
die Kühe
B
die Pferde
C
die Schweine
D
die Schafe

Slide 3 - Quizvraag

Was für ein Tier war das?
A
eine Kuh
B
ein Schwein
C
ein Meerschweinchen
D
ein Pferd

Slide 4 - Quizvraag

Welche Tiere sind das?
A
die Ziege
B
die Schafe
C
die Ponys
D
die Gänse

Slide 5 - Quizvraag

Was für ein Tier war das?
A
der Hund
B
der Wolf
C
der Tigerwolf
D
der Jaguar

Slide 6 - Quizvraag

Welches Tier ist das?
A
der Löwe
B
der Fisch
C
der Elefant
D
das Nashorn

Slide 7 - Quizvraag

Die Planung und die Lernziele 
1. Anfang des neues Schuljahrs
2. Vokabeln
3. Lesen
4. Wiederholung Verben
Nächstes Mal:
5. Lesen
6. Wiederholung Verben
7. Grammatik Reader  

  • Je kunt een aantal dieren in het Duits benoemen.
  • Je kunt aan de hand van de titel en afbeeldingen aangeven waar de tekst overgaat (voorspelstrategie).
  • Je kunt een (Duitstalig) recept begrijpen.
     
  • Je kunt de tegenwoordige tijd van zwakke werkwoorden maken.
  • Je kunt het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden maken.

Slide 8 - Tekstslide

Dieses Jahr möchte ich......

Slide 9 - Tekstslide

Dieses Jahr möchte ich......

Slide 10 - Tekstslide

Mein Vorsatz 2022 ist: / Meine guten Vorsätze 2022 sind: 
Ihr arbeitet zu dritt oder zu viert. Bedenkt zusammen mindestens 8 gute Vorsätze aus.  Schreibt die guten Vorsätze in eure Heft auf. 
+
Die Vorsätze dürft ihr zuerst auf Niederländisch formulieren und danach übersetzt ihr die Vorsätze auf Deutsch.
timer
4:00

Slide 11 - Tekstslide

Notiert hier die guten Vorsätzen.

Slide 12 - Woordweb

* Is goede voornemens benoemen iets wat je alleen aan het begin van het nieuwe jaar  moet doen? Doe je dat zelf ook? Wat komt er van terecht?

Slide 13 - Tekstslide

Gute Vorsätze
  • Hast du sich schon einmal gute Vorsätze vorgenommen? Welche?
  • Welche Vorsätze habt ihr für dieses Jahr? Oder habt ihr keine? 

  • Was haltet ihr von guten Vorsätzen? 
Verwendet diese Redemittel
- Ich finde gute Vorsätze totalen Quatsch, weil …
- Ich finde gute Vorsätze toll, weil …
- Ich möchte dieses Jahr … , weil …

Slide 14 - Tekstslide

Kapitel 4: TIERE
Haustiere
wilde Tiere

Slide 15 - Tekstslide

Pak je Lernliste erbij!

Je krijgt een aantal vragen (multiple choice & open vragen), zoek in je Lernliste naar het juiste Duitse woord. Let op het lidwoord en enkelvoud/meervoud!

Voorbeeld:
Welches Tier ist das?

Antwort: der Wolf

Slide 16 - Tekstslide

Welche Tiere sind das?
A
die Ziege
B
die Schafe
C
die Ponys
D
die Gänse

Slide 17 - Quizvraag

Welches Tier ist kein Haustier?
A
die Katze
B
der Elefant
C
das Kaninchen
D
der Hamster

Slide 18 - Quizvraag

Was ist kein Tier?
A
die Schildkröte
B
das Obst
C
das Schaf
D
der Affe

Slide 19 - Quizvraag

Welches Tier lebt nicht in der Wildnis in Deutschland?
A
die Schlange
B
das Kaninchen
C
das Meerschweinchen
D
der Fisch

Slide 20 - Quizvraag

Welches Tier ist das? (inkl. der/die/das)

Slide 21 - Open vraag

Welches Tier ist das?(inkl. der/die/das)

Slide 22 - Open vraag

Welche Tiere sind das? (inkl. der/die/das)

Slide 23 - Open vraag

Welches Adverb (bijwoord) gehört dazu?
A
süß
B
scharf
C
weich
D
verspielt

Slide 24 - Quizvraag

Welches Adverb (bijwoord) gehört dazu?
A
aber
B
frech
C
verspielt
D
scheu

Slide 25 - Quizvraag

Welches Adverb (bijwoord) gehört dazu?
A
weich
B
scheu
C
lieb
D
frech

Slide 26 - Quizvraag

Was ist dein Lieblingstier?

Slide 27 - Open vraag

stappenplan lezen
Lesen

Slide 28 - Tekstslide

Terminkalender

Leestoets
datum:

Taaltoets (grammatica)
datum:
Tipp: Gebruik de Reader én het oefenboekje.

Slide 29 - Tekstslide

Lesen
Was? Maak de twee leeslessen in LessonUp.
           Lees de teksten en beantwoord de vragen.

Wie? Individuell, in LessonUp

Wie lange? 15 Minuten

Fertig?  Lerne Wörter D-NL Kapitel 3 + 4
              Übe noch weiter mit: Lingua en leesparagrafen van K1 t/m K4

timer
15:00

Slide 30 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden
(fe)esttenten- regel

Slide 31 - Tekstslide

Wat was het ook alweer?  >  
"werkwoorden, stam en uitgang"
1. Werkwoorden Tegenwoordige Tijd
   > voorbeeld?
2. De stam van een ww?
   > voorbeeld?
3. Uitgangen? 
   > Ezelsbruggetje?
En nu:  5 Min.  > Aufgabe 10

Slide 32 - Tekstslide

Samenvatting vervoegen werkwoorden tegenwoordige tijd
Regelmatig
Stam op s, z of ß
Stam  op d of t
ich
e
e
e
du
st
t
est
er/sie/es man
t
t
et
wir
en
en
en
ihr
t
t
et
Sie/sie
en
en
en

Slide 33 - Tekstslide

IDEWIS en (FE-ESTTENTEN)
I
D
E
W
I
S

Slide 34 - Tekstslide

Was bedeutet "Präsens" ?
A
onvoltooid verleden tijd
B
onvoltooid tegenwoordige tijd
C
voltooid deelwoord
D
toekomstige tijd

Slide 35 - Quizvraag

Präsens:
1) zeichnen
Mühelos __________ Vincent ein Pferd.
A
zeichnet
B
zeichne
C
zeichnete
D
zeichent

Slide 36 - Quizvraag

Präsens:
2) hören
Wir __________ atemlos zu.
A
höre
B
hörten
C
hören
D
hörst

Slide 37 - Quizvraag

Präsens:
3) stimmen

Nach unserer Meinung __________ da was nicht.
A
stimt
B
stimmte
C
stimmtest
D
stimmt

Slide 38 - Quizvraag

Präsens:
4 ) diskutieren

Wir __________ über das Ziel unserer Klassenfahrt.
A
diskutieren
B
diskutierten
C
diskutiere
D
diskutiertest

Slide 39 - Quizvraag

Präsens:
5) verlieben

Paul __________ sich immer sofort in jedes Mädchen.
A
verliebe
B
verliebt
C
verliebtest
D
verliebte

Slide 40 - Quizvraag

Präsens:
6) reisen
Du ............ immer mit dem Flugzeug, stimmt's?
A
reisest
B
reisst
C
reist
D
reistest

Slide 41 - Quizvraag

Ik kan een recept lezen in het Duits
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Hoe ging het lezen van de tekst(en)?
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Welches Tier ist das?
A
der Löwe
B
der Fisch
C
der Elefant
D
das Nashorn

Slide 44 - Quizvraag

Welche Tiere sind das?
A
die Kühe
B
die Pferde
C
die Schweine
D
die Schafe

Slide 45 - Quizvraag

Was für ein Tier war das?
A
der Hund
B
der Wolf
C
der Tigerwolf
D
der Jaguar

Slide 46 - Quizvraag

Was für ein Tier war das?
A
eine Kuh
B
ein Schwein
C
ein Meerschweinchen
D
ein Pferd

Slide 47 - Quizvraag

Welches Tier ist das?
A
das Huhn
B
der Hahn
C
die Krähe
D
die Gans

Slide 48 - Quizvraag

Hausaufgaben (=huiswerk)
Lesen 1 + 2 afmaken in Lessonup

Leer voor de leestoets de woorden van K1-K4 D-NL

Slide 49 - Tekstslide

Hausaufgaben

Slide 50 - Tekstslide