Eindejaarsquiz

Eindejaarsquiz
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Eindejaarsquiz

Slide 1 - Tekstslide

Ronde 1 - algemeen

Slide 2 - Tekstslide

Waarom dragen Nederlandse sporters vaak oranje kleding?
A
omdat ze het mooi vinden
B
omdat de achternaam van de koning oranje is
C
omdat oranje in de Nederlandse vlag zit
D
omdat oranje de lievelingskleur van de koning is

Slide 3 - Quizvraag

In welke provincie ligt de stad Den Bosch?
A
Zeeland
B
Limburg
C
Utrecht
D
Noord-Brabant

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 5 - Quizvraag

Welke eilanden horen ook bij Nederland?
A
De Canarische eilanden
B
Ibiza en Mallorca
C
Aruba, Bonaire en Curacao
D
Indonesië

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel mensen wonen in Nederland?

Slide 7 - Open vraag

Welk feest wordt vooral in Zuid-Nederland gevierd?
A
Kerstmis
B
Sinterklaas
C
Pasen
D
Carnaval

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor patat?
A
aardappel
B
friet
C
tortilla
D
snack

Slide 9 - Quizvraag

Hoe hoog is de hoogste berg van Nederland?
A
3,2 meter
B
32,2 meter
C
322 meter
D
3220 meter

Slide 10 - Quizvraag

Welk Waddeneiland is het grootst?
A
Texel
B
Vlieland
C
Terschelling
D
Ameland

Slide 11 - Quizvraag

Ronde 2: wis-x

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent 'product'?
A
optellen
B
vermenigvuldigen
C
aftrekken
D
delen

Slide 13 - Quizvraag

Welk getal is goed geschreven?
A
viertig
B
tweenzeventig
C
driëndertig
D
vijftig

Slide 14 - Quizvraag

0,25 is hetzelfde als driekwart
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Als twee lijnen loodrecht op elkaar staan, zijn ze evenwijdig
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet de lijn?
A
cirkel
B
middelpunt
C
diameter
D
straal

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet dit figuur?
A
ruit
B
ellips
C
trapezium
D
vlieger

Slide 18 - Quizvraag

Een scherpe hoek is groter dan 90 graden.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Welk ruimtefiguur heeft geen plat grensvlak?
A
kegel
B
balk
C
bol
D
prisma

Slide 20 - Quizvraag

Waarmee kun je een cirkel maken?
A
rekenmachine
B
windroos
C
liniaal
D
passer

Slide 21 - Quizvraag

Ronde 3 - Spelling

Slide 22 - Tekstslide

Zoek de foute
A
karwei
B
bladzeide
C
eik
D
schilderij

Slide 23 - Quizvraag

Zoek de foute
A
gijn
B
trein
C
steil
D
krijt

Slide 24 - Quizvraag

Zoek de foute
A
blij
B
spijs
C
paradeis
D
brein

Slide 25 - Quizvraag

Zoek de foute
A
heerlijkhijd
B
onderwijs
C
huwelijk
D
ontbijt

Slide 26 - Quizvraag

Zoek de foute
A
gordijn
B
strijken
C
blijken
D
zijlen

Slide 27 - Quizvraag

Welk woord is fout?
A
vent
B
hoeveel
C
vris
D
vers

Slide 28 - Quizvraag

Welk woord is fout?
A
flink
B
kluif
C
feest
D
flieg

Slide 29 - Quizvraag

Welk woord is fout?
A
helvt
B
vals
C
vleugel
D
fruit

Slide 30 - Quizvraag

Welk woord is fout?
A
vanmorgen
B
verdieping
C
verkoopstel
D
vabriek

Slide 31 - Quizvraag

Welk woord is fout?
A
vlucht
B
ferfoer
C
forst
D
verbaasd

Slide 32 - Quizvraag

Laatste ronde...

Slide 33 - Tekstslide

Klas 1F

Slide 34 - Woordweb