H4 week 2: de vraagcurve
Als de prijs van vliegreizen stijgt dan...
A
daalt de vraag naar treinreizen
B
stijgt de vraag naar treinreizen
1 / 14
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Als de prijs van vliegreizen stijgt dan...
A
daalt de vraag naar treinreizen
B
stijgt de vraag naar treinreizen
Slide 1 - Quizvraag
Als het goed gaat met de economie, schuift de vraaglijn van vliegreizen
A
naar links
B
naar rechts
C
hij verschuift niet
D
alleen een punt op de lijn verandert
Slide 2 - Quizvraag
benzine en auto's is een voorbeeld van een substituut
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
De betalingsbereidheid van de consument is de prijs die...
A
hij moet betalen voor een product
B
hij maximaal wil betalen voor het product
C
de marktprijs van het product
D
het verschil tussen de gewenste prijs en marktprijs
Slide 4 - Quizvraag
het consumentensurplus is het verschil tussen...
A
de betalingsbereidheid en de marktprijs
B
de betalingsbereidheid en de evenwichtsprijs
C
de evenwichtsprijs en de marktprijs
D
de evenwichtsprijs en de laagste prijs
Slide 5 - Quizvraag
Goederen die elkaar aanvullen noemen we:
A
substituut
B
equivalent
C
exogeen
D
complementair
Slide 6 - Quizvraag
Als de prijs van Pepsi daalt dan...
A
stijgt de vraag naar Coca Cola
B
daalt de vraag naar Coca Cola
Slide 7 - Quizvraag
als het inkomen van mensen met 10% stijgt dan...
A
schuift de vraaglijn naar rechts
B
schuift de vraaglijn naar links
C
verandert alleen het punt op de vraaglijn
D
verandert er niets
Slide 8 - Quizvraag
een voorbeeld van een complementair goed is...
A
ruitjespapier en lijntjespapier
B
benzine en gas
C
printer en inkt
D
fiets en trein
Slide 9 - Quizvraag
Als producenten van zonnepanelen hun personeel beter opleiden en goedkoper kunnen produceren...
A
schuift de aanbodlijn naar links
B
schuift de aanbodlijn naar rechts
C
schuift de vraaglijn naar links
D
schuift de vraaglijn naar rechts
Slide 10 - Quizvraag
Lay's ovenbaked is slecht in het nieuws geweest, dus...
A
de aanbodlijn verschuift naar links
B
de aanbodlijn verschuift naar rechts
C
de vraaglijn verschuift naar links
D
de vraaglijn verschuift naar rechts
Slide 11 - Quizvraag
de vraaglijn van McDonalds verschuift naar links als,
A
het inkomen van de consumenten meer wordt
B
er meer consumenten komen
C
Gezond eten een trend is
D
McDonalds goed in het nieuws is geweest
Slide 12 - Quizvraag
De prijs van treinreizen is gestegen.
De vraaglijn schuift naar..
De vraaglijn schuift naar..
A
rechts
B
links
C
niet, er verandert alleen een punt op de lijn
Slide 13 - Quizvraag
De prijs van printers is gestegen. De vraaglijn van inkt gaat hierdoor naar..
A
links
B
rechts
C
verschuift niet, er ontstaat alleen een andere prijs
