Herhaling 2 H4

Quiz Botten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Quiz Botten

Slide 1 - Tekstslide

H4 Herhalingsles
Uitleg
Oefenen
Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Kalk

Botten bestaan veelal uit kalk. Dit geeft het bot de stevigheid

Kraakbeen bevat minder kalk

Slide 3 - Tekstslide

Lijmstof


Kraakbeen bestaat veelal uit lijmstof. Dit geeft het kraakbeen zijn flexibiliteit.


Slide 4 - Tekstslide

Dubbele 
S-vorm


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Beenverbindingen

Slide 9 - Tekstslide

Kogelgewrichten en scharnier gewrichten






In je: heup en schouder.                                                In je: knie, elleboog, vingers. 

Slide 10 - Tekstslide

We gaan in stilte
Zelfstandig werken
10 minuten
Zacht overleggen buurman/vrouw
Maak TEST JEZELF van H5 

Vragen? Steek je vinger op!
Klaar? Steek je vinger op!

Slide 11 - Tekstslide

Meld je aan bij lesson up!

Slide 12 - Tekstslide

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 13 - Quizvraag

Volwassenen hebben meer botten dan baby's?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Waarom zit er 'lijm' in onze botten?
A
Buigzaamheid
B
Stevigheid

Slide 15 - Quizvraag

Waarom zit er kalk in onze botten?
A
Buigzaamheid
B
Stevigheid

Slide 16 - Quizvraag

waar zit kraakbeen?
A
tussen alle botten
B
tussen alle gewrichten
C
puntje v.d. neus, oren, en tussen alle botten
D
puntje v.d. neus, oren en tussen alle gewrichten

Slide 17 - Quizvraag

Wat is géén functie van ons skelet?
A
Je skelet maakt je lichaam stevig
B
Je skelet zorgt ervoor dat we kunnen denken
C
Je skelet beschermt organen
D
Je skelet kan ervoor zorgen dat spieren groeien

Slide 18 - Quizvraag

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
orgaan
D
cel

Slide 19 - Quizvraag

Sleep naar de botten die je 
ziet op de röntgenfoto:
Spaakbeen
rolgewricht
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes
scharniergewricht

Slide 20 - Sleepvraag

In kraakbeen zit
A
veel kalk
B
weinig kalk

Slide 21 - Quizvraag

Onze botten zijn verbonden met elkaar door..
A
Kraakbeen
B
Gewrichten
C
Zowel kraakbeen als gewrichten
D
Alles is onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Welk gewricht is het meest flexibel?
A
schouder
B
enkel
C
hals
D
duim

Slide 23 - Quizvraag

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 24 - Sleepvraag

Kraakbeen
Naadverbinding
Gewricht
Vergroeid
5. tussen de wervels
10. tussen de botten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 25 - Sleepvraag

Bij welk type beenverbinding is geen beweging mogelijk?
A
Gewricht
B
Kraakbeenverbinding
C
Vergroeid

Slide 26 - Quizvraag

Kraakbeen is een
A
beenverbinding waardoor er een heel veel beweging mogelijk is, bijv. bij de ribben
B
beenverbinding waardoor er een geen beweging mogelijk is, bijv. bij de ribben
C
beenverbinding waardoor er een beetje beweging mogelijk is, bijv. bij de ribben
D
verbinding tussen 2 kraakbeenlaagjes

Slide 27 - Quizvraag

Waardoor kunnen botten in een gewricht gemakkelijk langs elkaar bewegen?
A
Door de beenverbindingen
B
Door gewrichtsbanden
C
Door kraakbeen
D
Door gewrichtssmeer

Slide 28 - Quizvraag

Naadverbinding
Wat is waar?
A
1) botverbinding waardoor er geen beweging mogelijk is 2) bijv. bij de elleboog
B
1) beenverbinding waardoor er geen beweging mogelijk is 2) bijv. het kniegewricht
C
1) kraakbeenverbinding waardoor er veel beweging mogelijk is 2) bijv. bij de schedelbeenderen
D
1) beenverbinding waardoor er geen beweging mogelijk is 2) bijv. bij de schedelbeenderen

Slide 29 - Quizvraag

Tot Morgen!

Slide 30 - Tekstslide