3.2 De crisis van de jaren 30

3.2 - De crisis van de jaren 30
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 - De crisis van de jaren 30

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Westerbork
  • Lesdoel: Je kunt beschrijven hoe de crisis van 1929 in de VS leidde tot armoede in Nederland.
  • Let op: deze vraag komt straks terug.

Slide 2 - Tekstslide

Korte terugblik
  • Opbouw sociale zekerheid in Nederland
  • Situatie in de 19e eeuw: sociale kwestie
  • Vanaf 1900: eerste sociale wetten  

Vandaag kijken we naar: een grote crisis die ontstaat in de jaren '30

Slide 3 - Tekstslide

De economische crisis vanaf 1929 
  • Grote crisis in de VS
  • Verkoop van luxeproducten loopt terug --> bedrijven maken minder winst (worden minder waard) --> mensen verkopen hun aandelen --> aandelenkoersen dalen.
  • Oktober 1929: Plotselinge daling van aandelenkoersen.
  • Start economische crisis --> periode waarin het slecht gaat met de economie. 

Slide 4 - Tekstslide

Gevolgen van de crisis
  • Crisis in de VS heeft wereldwijde gevolgen
  • VS gaat eigen economie beschermen -> koopt minder producten uit het buitenland
  •  Gevolg voor NL: minder handel, minder productie, meer ontslagen
  • 1930: 100.000 man werkloos --> 1936: 500.000 man werkloos (bevolking 8,4 miljoen)

Slide 5 - Tekstslide

Gevolgen van de crisis
  • Als je lid was van een vakbond, kreeg je soms nog een kleine uitkering. 
  • Daarna moest je geld vragen bij de kerk of bij familie. 
  • Alleen als er echt geen andere opties meer waren, konden mensen terecht bij de armenzorg van de gemeente. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt beschrijven hoe de crisis van 1929 in de VS leidde tot armoede in Nederland.

Slide 8 - Open vraag

Hoe zit dat nu?
  • Wat is het meest recente werkloosheidscijfer in Nederland? 
  • Op een bevolking van 18 miljoen

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het meest recente werkloosheidscijfer in Nederland?

Slide 10 - Open vraag

Heb je de uitleg begrepen?
Ja
Niet helemaal maar ik kom er zelfstandig wel uit
Nee, ik vraag hulp aan een klasgenoot
Nee, ik schuif aan voor extra instructie

Slide 11 - Poll

Aan de slag
  • Volgende les: Hoe wordt deze crisis bestreden?
  • Nu maken:  1 t/m 4
  • Klaar? Je mag verder werken.

Slide 12 - Tekstslide

3.2 - De crisis van de jaren 30

Slide 13 - Tekstslide

In deze les
  • Instructie
  • Aan de slag in lokaal 4

  • Lesdoelen: Je kunt drie maatregelen noemen die de Nederlandse regering nam vanwege de crisis.
  • Je kunt, met behulp van voorbeelden, uitleggen dat er ontevredenheid was over hoe de regering reageerde op de crisis.
  • Let op: je geeft straks antwoord op deze vragen in lokaal 4

Slide 14 - Tekstslide

Korte terugblik: Crisis in jaren 30
  1.  1929 -> economische crisis in Amerika 
  2. Geven geen geld meer uit aan buitenlandse producten
  3. Hierdoor andere landen ook in de problemen (NL ook)
  4. NL in 1936 -> 1 op de 4 arbeiders werkloos

Slide 15 - Tekstslide

Colijn (1933-1939)
  • Minister-president ten tijde van de crisis 
  • Oplossingen: 
  • Landelijke steunverlening 
  • Aanpassingspolitiek
  • Aanpassen aan de dalende welvaart = minder geld uitgeven 

Slide 16 - Tekstslide

Crisis in Nederland
  • Tot 1930: steun via de Armenwet -> gemeente (op=op)
  •  Door de crisis raken gemeentes hierdoor in financiële problemen
  • Daarom in 1931 een landelijke steunverlening.
  • Twee maatregelen: 
  1. Steunverlening - Kleine uitkering voor werklozen (strenge controles, 2x per dag stempelen)
  2. Werkverschaffing - Steun in ruil voor werken voor de overheid (aan grote projecten)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Toont de volgende foto een voorbeeld van steunverlening of van werkverschaffing?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Toont de foto een voorbeeld van steunverlening of van werkverschaffing?
A
Steunverlening
B
Werkverschaffing

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht lokaal 4
Geef antwoord op de volgende lesdoelen en upload je antwoord in de Classroom:
-Je kunt drie maatregelen noemen die de Nederlandse regering nam vanwege de crisis.
-Je kunt, met behulp van voorbeelden, uitleggen dat er ontevredenheid was over hoe de regering reageerde op de crisis.
Klaar? Je kan maken t/m opdracht 8 van paragraaf 2

Slide 24 - Tekstslide

Onrust in de samenleving
  • 1931 staking in Twente vanwege loonsverlaging

  • 1932 Amsterdam-West na loonsverlaging EN huurverhoging

  • 1934 Jordaanoproer Amsterdam - grote opstand die onderdrukt werd door politie, marechaussee en het leger

Slide 25 - Tekstslide

Onrust in de samenleving
  • 1931 Textielstaking in Twente
  • 1932 Huurstakingen in Amsterdam
  • 1934 Jordaanoproer in Amsterdam

Slide 26 - Tekstslide

Is de regering van Colijn schuldig aan het veroorzaken van de rellen?

Slide 27 - Open vraag

Aan de slag
  • Lesdoelen beantwoorden in lokaal 4 (zie boek voor leerdoelen) 

Slide 28 - Tekstslide

Aanpassingspolitiek
  • Hendrikus Colijn: Minister president van Nederland in de jaren 30
  • Aanpassingspolitiek = De regering past zich aan op de dalende welvaart door minder geld uit te geven.
  • Plan van de Arbeid = Plan van de socialisten om meer banen te creëren. 

Slide 29 - Tekstslide

Onrust in de samenleving
  • 1931 Textielstaking in Twente
  • 1932 Huurstakingen in Amsterdam
  • 1934 Jordaanoproer in Amsterdam

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Welke gevolgen had de economische crisis voor Nederland?
A
Zorgde voor meer werklozen en loonverlagingen
B
Zorgden voor meer werk en welvaart
C
Zorgde voor minder eten en vrijheid
D
Zorgde voor meer verhuizingen naar het buitenland

Slide 32 - Quizvraag

Hoe reageerde de regering op de crisis?
A
De regering deed niks
B
De regering gaf veel geld uit aan uitkeringen
C
Er kwam steunverlening vanuit de regering
D
De regering zorgde voor meer eten en kleding

Slide 33 - Quizvraag

Hoe leidde de crisis tot onrust in de samenleving?
A
Er was geen onrust
B
Er kwam 1 opstand die de regering uit het land gooide
C
De regering begon meer geld uit te geven aan de werklozen
D
Er kwamen drie protesten die allemaal onderdrukt werden

Slide 34 - Quizvraag