Spelling verleden tijd zwakke werkwoorden, het woord verandert

Werkwoordspelling 
In deze les oefenen we de verleden tijd zwakke werkwoorden foutloos schrijven.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling 
In deze les oefenen we de verleden tijd zwakke werkwoorden foutloos schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

timer
10:00


Stamregel 2 - Zwakke werkwoorden: Het woord verandert

Slide 5 - Tekstslide

kraken- Hij ...... de code van het raadsel (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 6 - Open vraag

halen - De vliegtuigen ........ door de storm de aankomsttijd niet (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 7 - Open vraag

afmeren - De boot ......... af bij de wal (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 8 - Open vraag

aanvuren- De trainer ...... de sporters aan alles te geven (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 9 - Open vraag

laden- De verhuizers ...... de wagens helemaal vol (vt)
pas op! schrijf zonder hoofdletter!

Slide 10 - Open vraag

Werkwoordspelling 
In deze les oefenen we de verleden tijd sterke werkwoorden 
foutloos schrijven.

Slide 11 - Tekstslide