Werkproces 4 Actielijst
1 / 23
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is het belangrijk om actiepunten op te schrijven na een overleg?
Slide 3 - Open vraag
Voorkennis activeren
- duidelijkheid
- verantwoordelijke personen
- deadlines
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Datum waarop de taak af moet zijn.
Persoon die de taak uitvoert.
Open, in uitvoering of afgerond.
Duidelijk geformuleerde taak.
Deadline
Verantwoordelijke
Status
Actiepunt
Slide 11 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom maak je een actielijst na een overleg?
A
Om te onthouden wat besproken is.
B
Om afspraken duidelijk vast te leggen.
C
Om anderen aan hun afspraken te herinneren.
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een essentieel onderdeel van een actielijst?
A
De tijd van de vergadering.
B
De naam van de voorzitter.
C
De taken, verantwoordelijken en deadlines.
D
De lengte van de vergadering.
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe formuleer je een actiepunt?
A
Vaag, zodat iedereen zelf invulling kan geven.
B
Kort en concreet.
C
In lange en gedetailleerde zinnen.
D
Alleen in steekwoorden.
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent het als de status van een taak ‘in uitvoering’ is?
A
De taak is nog niet gestart.
B
De taak is bezig, maar nog niet afgerond.
C
De taak is klaar.
D
De taak is geschrapt.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie moet verantwoordelijk zijn voor een actiepunt?
A
Iedereen in het team.
B
Een specifieke persoon.
C
De leidinggevende.
D
De voorzitter van het overleg.
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een realistische deadline voor een taak?
A
Zo snel mogelijk.
B
Een datum die haalbaar is.
C
Geen deadline is nodig.
D
Zo ver mogelijk in de toekomst.
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe hou je een actielijst overzichtelijk?
A
Door taken zonder details op te schrijven.
B
Door kolommen te gebruiken voor taak, verantwoordelijke en deadline.
C
Door taken achter elkaar te noteren.
D
Door alle taken op één regel te schrijven.
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe weet je of een actiepunt is afgerond?
A
De verantwoordelijke meldt dit.
B
Er wordt niet naar gekeken.
C
De taak wordt automatisch als afgerond beschouwd.
D
Alleen de leidinggevende beslist dat het klaar is.
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de belangrijkste eigenschap van een goede actielijst?
A
Lang en gedetailleerd.
B
Kort, duidelijk en overzichtelijk.
C
Geschreven in moeilijke taal.
D
Alleen beschikbaar voor managers.
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe zorg je ervoor dat de actielijst nuttig blijft?
A
Door regelmatig de voortgang te bespreken.
B
Door de actielijst eenmalig te maken en daarna te vergeten.
C
Door taken zonder verantwoordelijke toe te voegen.
D
Door geen deadlines op te nemen.
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
