§2 - Van infrarood tot ultraviolet

H 5 Licht
§2 Van Infrarood tot Ultraviolet
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H 5 Licht
§2 Van Infrarood tot Ultraviolet

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe je het spectrum van wit licht zichtbaar kunt maken.
  • Je kunt de kleuren in wit licht benoemen.
  • Je kunt beschrijven welke kleur licht gekleurde voorwerpen terugkaatsen en absorberen.
  • Je kunt kenmerken benoemen van ultraviolette straling en infrarode straling.
  • Je kunt toepassingen benoemen van ultraviolette straling en infrarode straling.
  • Je kunt uitleggen hoe je je tegen ultraviolette straling kunt beschermen.

Slide 2 - Tekstslide

Regenboog
Zo'n kleurenband als in de regenboog heet spectrum. 

Het spectrum heeft altijd dezelfde volgorde. 
Deze kleuren noem je spectraalkleuren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Licht breken
Een spectrum ontstaat als je het witte licht breekt, bijvoorbeeld met een cd, water of een prisma. 

Slide 5 - Tekstslide

Kleuren zien
Maar hoe werkt dat met kleuren zien?


Slide 6 - Tekstslide

Kleuren van voorwerpen zien
Je kunt alleen de kleuren van voorwerpen zien waarvan de gekleurde lichtstralen op jouw netvlies vallen (op de kegeltjes dus).

                                                  Een voorwerp weerkaatst alleen de  kleur die het heeft.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Spectrometer
Met een spectrometer kan je alle kleuren zien die worden teruggekaatst

Slide 9 - Tekstslide

TV kijken
Alle schermen zijn opgebouwd uit pixels. Deze pixels kunnen rood, blauw of groen zijn. 
Een zwarte pixel staat uit, een witte pixel heeft alle kleuren aan.

Slide 10 - Tekstslide

2 extra kleuren
Er zijn 2 kleuren die wij niet kunnen zien. Onze ogen zijn daar niet geschikt voor. 
Infrarood: IR (staat boven rood in de regenboog)
Ultra violet: UV (staat onder violet in de regenboog)

Slide 11 - Tekstslide

Ultra violet
UV-A (aging) straling is huidveroudering en  kankerverwekkend. 
UV-B (burning)straling verdikt de huid, zorgt voor een bruine kleur en maakt vitamine D. 

Slide 12 - Tekstslide

UV straling
  • Drinkwater bedrijven gebruiken uv straling om bacterie in water te doden.
  • Bijen zien UV straling.
  • UV straling zorgt er voor dat je bruin wordt
  • Wordt tegen gehouden door atmosfeer
        (ozonlaag, stof en wolken)
  • UV kan stoffen laten oplichten (fluorescentie) 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Waarom witte tenten in de woestijn?
Infrarode straling zorgt voor warmte. 

Slide 15 - Tekstslide

Infrarood
IR is warmte straling. 
Met een infrarood camera kun je de warmte van een object bepalen. 

Maar IR geeft ook warmte. De zon geeft IRstraling af. 

Slide 16 - Tekstslide

Infrarood
Ook warmtestraling genoemd.
Voorbeelden: 
  • Zonlicht, hete kachel, 
  • Warmtelamp
  • Infrarood sensoren
  • Afstandsbediening van TV, 
  • Ratelslang om prooi in donker waar te nemen

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
  • Lees hoofdstuk 5.2
  • Maak opdracht 12, 14, 16, 18, 19, 23

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Waarvoor kunnen we UV straling ook gebruiken?
A
Bacteriën doden
B
Afstandbediening van televisie

Slide 20 - Quizvraag

Een stuk glas of plastic waarmee je het spectrum kan laten zien heet
A
Een plectrum
B
Een spectrum
C
Een prisma
D
Een driehoek

Slide 21 - Quizvraag

Welk soort licht is warmtestraling?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
wit licht

Slide 22 - Quizvraag

Van welke straling word je bruin van?
A
Infrarode straling
B
UV straling
C
UV + infrarode straling
D
zichtbaar licht

Slide 23 - Quizvraag

Leg uit waarom de ramen rood oplichten op deze thermogram

Slide 24 - Open vraag

Kun je?
  • Je kunt beschrijven hoe je het spectrum van wit licht zichtbaar kunt maken.
  • Je kunt de kleuren in wit licht benoemen.
  • Je kunt beschrijven welke kleur licht gekleurde voorwerpen terugkaatsen en absorberen.
  • Je kunt kenmerken benoemen van ultraviolette straling en infrarode straling.
  • Je kunt toepassingen benoemen van ultraviolette straling en infrarode straling.
  • Je kunt uitleggen hoe je je tegen ultraviolette straling kunt beschermen.

Slide 25 - Tekstslide

Vragen?

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten
Maken:
 H 5 - §2 
opdracht 12 t/m 20 blz. 11 - 13 werkboek deel B

Slide 27 - Tekstslide