H5.3a Serie schakeling H3a

5.3a Serie schakeling
weerstanden schakelen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.3a Serie schakeling
weerstanden schakelen

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
  • (I,U)-diagram is een grafiek waarin de stroomsterkte is uitgezet tegen de spanning
  • Een weerstandje voldoet aan de wet van Ohm, de weerstand is altijd constant
  • Een gloeilampje niet, want de weerstand van de gloeidraad wordt hoger als de draad opwarmt

Slide 2 - Tekstslide

Op de verpakking van een ledlampje staat: 12 V/ 100 mA.
Bereken hoe groot de weerstand van het lampje is als het op de juiste spanning brandt.

Slide 3 - Open vraag

Uitwerking:
Gegeven:
U = 12 V
I = 100 mA = 0,100 A

Gevraagd:
R = ?

Uitwerking: R =      =              = 120 Ω
IU
0,10012

Slide 4 - Tekstslide

Deze les
Lesdoelen:
  • je weet wat een serieschakeling is
  • je kunt de vervangingsweerstand van de weerstanden in een serieschakeling berekenen
  • je kunt de spanning over elke weerstand in een serieschakeling berekenen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Stroomsterkte
  • regel: Stroom loopt van + naar - (elektronen van - naar +)
  • De stroomsterkte is overal even groot in een serie schakeling (want de stroom kan maar door 1 'pad')
  • I = I1 = I2 = I3 = ...

serie schakeling

Slide 8 - Tekstslide

Spanning
  • De spanning verdeelt zich over de verschillende componenten in een serieschakeling
  • Utot = U1 + U2 + ...
serie schakeling

Slide 9 - Tekstslide

Vervangingsweerstand
  • meer weerstanden in serie --> grotere weerstand
  • Rtot = R1 + R2 + R3 + ...
  • Rtot = vervangingsweerstand = de totale weerstand in Ω
serie schakeling

Slide 10 - Tekstslide

=
40
10
Utot = U1 + U2 + ...
I = I1 = I2 = I3 = ...
R3 = U/I = 6/0.12 = 50Ω
R3 = R1 + R2
0,12 A
0,12 A
1,2 V
4,8 V
1,2 V

Slide 11 - Tekstslide

=

Slide 12 - Tekstslide

Analyseren van schakelingen
  1. Versimpel alle Parallel 'blokken'
  2. Bereken de vervangingsweerstand  Rtot
  3. Bereken de  Itot
  4. Bereken de spanning over ieder 'blok'
  5. Bereken de individuele stroom door elke weerstand

Slide 13 - Tekstslide

Oefening 
Weerstand (Ω)
Stroom (A)
Spanning (v)
R1
5000
R2
3300
R3
500
R4
100
Opdracht: Maak de tabel hieronder compleet. Analyseer de schakeling aan de hand van de stappen.
Rtot = R1 + R2 + R3 + .....
Ibron = I1 = I2 = I3 =.....
Ubron = U1 + U2 + U3......

Rtot = R1 + R2 + R3 + R4 = 5000+3300+500+100 = 8900Ω
Ibron = Ubron/Rtot = 24/8900 = 0,00269

Stap 2: 
Rtot
Stap 3:
Ibron
Stap 4: 
U1...
U = I x R
U1 = 0,00269 x 5000 = 13,5 V
U2 = 0,00269 x 3300 = 8,9 V
U3 = 0,00269 x 500 = 1,35 V
U4 = 0,00269 x 100 = 0,27 V

Slide 14 - Tekstslide

Individuele opdracht
Stap 2:
Bereken Rtot
Stap 3:
Bereken Ibron
Stap 4:
Bereken de spanning over de 'blokken'
Weerstand (Ω)
Stroom (A)
Spanning (V)
R1
2000
R2
1470
R3
2200
R4 
1850
Rtot = R1 + R2 + R3 + .....
Ibron = I1 = I2 = I3 =.....
Ubron = U1 + U2 + U3......
Opgaven: 3ab, 4, 

Slide 15 - Tekstslide

Individuele opdracht

Slide 16 - Open vraag

samenvatting
  • Stroomsterkte overal gelijk in serie schakeling
  • De spanning verdeelt zich over de verschillende componenten
  • Vervangingsweerstand (Rtot) kan je berekenen door de weerstanden bij elkaar op te tellen

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
5.3:  3ab, 4, 5, 6

Slide 18 - Tekstslide