Maatwerk Frans 15 januari
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Ik heb een hond =
A
Tu as un chien
B
Il a un chien
C
J'ai un chien
Slide 4 - Quizvraag
Vertaal "de grootouders":
Slide 5 - Open vraag
Vertaal "de tweeling":
Slide 6 - Open vraag
Vertaal "petit":
Slide 7 - Open vraag
Morgen =
A
aujourd'hui
B
maintenant
C
demain
Slide 8 - Quizvraag
Parce que =
A
waarom
B
daarom
C
omdat
Slide 9 - Quizvraag
Vertaal "la soeur":
Slide 10 - Open vraag
toujours =
A
altijd
B
soms
C
nooit
Slide 11 - Quizvraag
Vertaal "de hond":
Slide 12 - Open vraag
Zij heeft een nicht =
A
Elle a une cousine
B
Elles ont une cousine
C
Il a une cousine
Slide 13 - Quizvraag
(hebben). Tu ....
Slide 14 - Open vraag
(hebben). Vous ....
Slide 15 - Open vraag
timer
1:30
Is het avoir of être?
Sleep de vervoegingen naar het juiste werkwoord.
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Wat moet jij nog goed oefenen voor het proefwerk?
