Uitingen van levensbeschouwing

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Uitingen van levensbeschouwing

Waar kun je aan zien of iemand gelooft?

Binnenkant en buitenkant

• Wat je in hoofdstuk 1 hebt geleerd, over levensvragen, hoort bij de binnenkant van levensbeschouwing.
• De buitenkant is wat andere mensen kunnen zien. 

1.  Inspirerende personen
2. Belangrijke geschriften
3. Rituelen, feesten en symbolen
4. Organisaties 

Wat betekent inspireren?

1. overtuigen, overhalen
2. participeren, meedoen, samenwerken
3. inblazen, aanmoedigen, aanvuren
4. bewegen, vooruitgaan

Welke inspirerende persoon hoort er bij het christendom?

1. Mohammed
2. Mozes
3. Erasmus
4. Jezus

Bij welke levensbeschouwing past Nelson Mandela?

1. Christendom
2. Humanisme
3. Hindoeïsme
4. Islam

Hoe heet de inspirerende persoon van het Boeddhisme?

Wie is voor jou een inspirerend persoon? (denk bv. aan zangers, acteur, sporters, iemand uit je familie)

Belangrijke geschriften

Twee voordelen:

• Meer duidelijkheid voor de leden
• Herkenbaar voor anderen

Drie kenmerken:

• Het is een groepsverhaal
• Het gaat om heel belangrijke ervaringen
• Er komen levensvragen en antwoorden in voor

Hoe wordt het belangrijke geschrift van het Jodendom nooit genoemd?

1. De Bijbel
2. Het Oude Testament
3. De TeNaCH
4. De Thora

Bij welke levensbeschouwing hoort de Koran?

1. Christendom
2. Islam
3. Jodendom
4. Boeddhisme

Welke omschrijving past het beste bij het woord 'ritueel'?

1. Een plechtige gebeurtenis
2. Een handeling die steeds terugkeert
3. Een godsdienstig gebruik
4. Iets dat iedere dag gebeurt

Noem voorbeelden van rituelen uit het dagelijks leven. (bv. groeten)

Zes kenmerken van een levensbeschouwelijk ritueel

1. Ze hebben een vast patroon
2. Ze omvatten woorden, daden en symbolen
3. Ze versterken het gevoel dat je bij elkaar hoort
4. Ze spelen een rol bij ervaringen van levensbelang
5. Ze verwijzen naar iets hogers 
6. Ze maken mensen (weer) sterk

Welke levensbeschouwelijke rituelen ken je allemaal? (bv. trouwen)