Havo 3 afronden 2.2, bespreken 2.3

Boeken op tafel, telefoon opgeborgen. Ga naar LessonUp!
Welkom
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Boeken op tafel, telefoon opgeborgen. Ga naar LessonUp!
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen theorie 2.2
  • Afronden 2.2
  • Kort bespreken 2.3 + opdracht (PowerPoint)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen: Na de les...
  • kun je de begrippen in eigen woorden omschrijven;
  • weet je naar welke 4 aspecten gekeken wordt bij leefbaarheid;
  • kun je per aspect minimaal 2 voorbeelden noemen om de leefbaarheid te verbeteren;
  • weet je de kenmerken van een achterstandswijk;
  • kun je uitleggen waarom de Afrikaanderwijk een achterstandswijk is geworden;
  • kun je uitleggen op welke manieren stedelijke vernieuwing kan leiden tot een betere leefbaarheid;
  • weet je wat een buurtprofiel is en waar naar gekeken wordt;
  • kun je aan de hand van een buurtprofiel de verschillen tussen een 'goede' wijk en een achterstandswijk benoemen;
  • Weet je wat gentrificatie is en op welke manier het gentrificatieproces plaatsvindt;
  • Kun je voor- en nadelen van gentrificatie benoemen.
LEERDOELEN: AAN HET EIND VAN DE LES...
 
  1. Weet je wat gentrificatie is en op welke manier het gentrificatieproces plaatsvindt. 
  2. Kun je voor- en nadelen van gentrificatie benoemen.
  3. Kun je begrippen van 2.3 uit TB en BB in eigen woorden omschrijven.
  4. Kun je uitleggen waarom de fase van suburbanisatie tot het fileprobleem heeft geleid.
  5. Kun je uitleggen hoe het principe van compacte stad tot minder files kan leiden.
  6. Kun je 4 redenen noemen waarom de mobiliteit in Nederland is toegenomen.
  7. Kun je minimaal 5 maatregelen noemen om de filedruk/filezwaarte te verminderen, én per maatregel benoemen op welke manier dit tot minder files/filedruk/filezwaarte leidt.

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent het woord "leefbaarheid"?
A
hoe oud de mensen in het dorp zijn
B
de mate waarin een gebied geschikt is om erin te wonen
C
hoeveel scholen in een gebied zijn
D
hoeveel ziektes in een tijd heersen

Slide 4 - Quizvraag

Waar bestaat leefbaarheid niet uit?
A
Veiligheid
B
Fysieke omgeving
C
Voorzieningen
D
Aantal vierkante meters woonruimte

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een wijk met een lage leefbaarheid
A
Veel werkelozen
B
Veel hangjongeren
C
Veel voorzieningen
D
Veel verkrotting

Slide 6 - Quizvraag

Papendrecht wil de leefbaarheid verbeteren op het gebied van de openbare ruimte, veiligheid en sociale samenhang. Noem per onderdeel een maatregel die de gemeente kan nemen.

Slide 7 - Open vraag

Noem twee kenmerken van mensen die vaak/vaker in een achterstandswijk wonen.

Slide 8 - Open vraag

Tijdens welke fase ontstonden de meeste achterstandswijken?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een woning die je vaker in achterstandswijken zult vinden?
A
Villa's
B
Twee-onder-een-kap
C
Nieuwbouw eengezinswoningen
D
Flats

Slide 10 - Quizvraag

leefbaarheid



Zou je liever hier wonen?

Slide 11 - Tekstslide

Stedelijke vernieuwing
Het vernieuwen van een wijk of stad om de leefbaarheid te verbeteren.
  • Woningvoorraad aanpakken
  • Leef- en woonomgeving aanpakken (veiligheid)
  • Problematiek bij bewoners aanpakken (schulden, werkloosheid, taalproblematiek)
Gevolg?
nieuwere, luxere woningen - komst van mensen met hoger inkomen/hoger opleidingsniveau - komst betere voorzieningen en meer gemeleerde bevolkingssamenstelling (niet alleen maar problemen).

Slide 12 - Tekstslide

Woningen + openbare ruimte
Renoveren

Saneren

Verbeteren voorzieningen

Renoveren is het opknappen van bestaande woningen. Denk aan dubbelglas i.p.v. enkelglas, isolatie verbeteren, kunstof kozijnen i.p.v. hout, vernieuwen van sanitair etc.
Nieuwe scholen, betere winkels, hoger niveau van voorzieningen, aanleggen van meer groen. Ook onderhoud van voorzieningen is belangrijk!
Saneren houdt in dat woningen gesloopt worden en dat er vervolgens nieuwe woningen gebouwd worden (vaak groter, meer ruimte). Het gaat vaak om oude woningen en portiekflats.

Slide 13 - Tekstslide

Leefomgeving en integratie
Meer veiligheid door politie, buurtcontrole.

Problematiek bij bewoners aanpakken
  • taalcursussen
  • Buurtactiviteiten zoals markt, buurtfeesten
  • Schuldhulpverlening
  • Coaches om te helpen met werk

Slide 14 - Tekstslide

Filmpje over gentrificatie
  1. Wat is gentrificatie?
  2. Waar en/of om wat voor soort woningen gaat het?
  3. Gevolgen?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Gentrification
Welvarende mensen kopen huizen in achterstandswijken. Ze knappen de woningen op waardoor de prijzen/huren stijgen. De leefbaarheid verbeterd. Maar, de oorspronkelijke bewoners (minder rijk) kunnen de prijzen niet meer betalen en vertrekken uit de wijk. De kwaliteit van de woningen gaat omhoog, de samenstelling van de bewoners verandert. 

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen gentrification
  • Woningprijzen stijgen.
  • Luxere voorzieningen door stijging inkomenspeil.
  • Oorspronkelijke bewoners moeten verhuizen: niet te betalen.
  • Samenstelling bevolking verandert

Slide 18 - Tekstslide

Gentrificatie is
A
wanneer mensen met hogere inkomens wegtrekken uit het stadscentrum
B
wanneer mensen met hogere inkomens zich vestigen in arme wijken dichtbij het stadscentrum
C
wanneer armere mensen in het stadscentrum blijven wonen

Slide 19 - Quizvraag

Gentrificatie vindt plaats in wijken die
A
een gunstige ligging hebben en karakteristieke panden
B
veel ruimte hebben en grote woningen
C
die dicht bij grote uitvalswegen liggen
D
veel nieuwbouwwoningen bevatten

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een nadeel van gentrificatie?
A
De leefbaarheid in een wijk gaat achteruit
B
Het aantal voorzieningen neemt toe in een wijk
C
De oorspronkelijke bewoners kunnen de huur niet meer betalen
D
Huizen worden opgeknapt door rijke bewoners

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn de drie speerpunten van stedelijke vernieuwing?
A
Renovatie, migratie en inrichting
B
Inrichting, voorzieningen en ruimte
C
Renovatie, inrichting en voorzieningen
D
Woning, omgeving en bewoner

Slide 22 - Quizvraag

Welke vorm stadsvernieuwing?
A
Saneren
B
Renoveren
C
Vinex-wijk
D
Nieuwbouw

Slide 23 - Quizvraag

Welke vorm van stadsvernieuwing zie je op de afbeelding?
A
Renoveren
B
Saneren
C
Nieuwbouw
D
Vinex

Slide 24 - Quizvraag

Een buurtprofiel
let op ...
A
bewonerskenmerken
B
suburbanisatie
C
woningkenmerken
D
woonomgeving

Slide 25 - Quizvraag

Noteer per duo hier de 5 maatregelen die volgens jullie helpen om de files te verminderen.

Slide 26 - Open vraag

En nu...?
Par. 2.3 - PowerPoint

Slide 27 - Tekstslide