ICT
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
welk onderdeel zit NIET in een computer
A
moederbord
B
voeding
C
processor
D
vaderschijf
Slide 2 - Quizvraag
Waar staan de letters ICT voor?
A
informatie en computertechnologie
B
internet en communicatie-technologie
C
informatie en communicatie-technologie
D
internationale communicatie training
Slide 3 - Quizvraag
wat is GEEN ICT basisvaardigheid
A
tekst verwerken
B
mails versturen
C
presentatie maken
D
programmeren
Slide 4 - Quizvraag
het bepalen van de betrouwbaarheid van een bepaalde bron past bij
A
ICT basisvaardigheden
B
mediawijsheid
C
AR en VR
D
informatie vaardigheden
Slide 5 - Quizvraag
sleepopdracht
Google Drive
I cloud
Word
Microsoft office
Google meet
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is een browser
A
de vijand van Mario
B
programma om internet op te gaan
C
de draak uit Shrek
D
programmeertaal
Slide 7 - Quizvraag
waar staat WWW voor in een website
A
World Wide Web
B
Website Wereld Web
C
World Web Website
D
Wilde Westen Web
Slide 8 - Quizvraag
in welk jaar is Google opgericht
A
1984
B
1990
C
1998
D
2004
Slide 9 - Quizvraag
wat is het grote voordeel van werken in een cloud
A
je kan ook bij je bestanden op andere laptops/computers
B
het mooiste online design
C
ontzettend goed beveiligd
D
lekker luchtig
Slide 10 - Quizvraag
wat is een groot nadeel van werken in de cloud
A
je hebt een betaald abonnement nodig
B
werkt niet zonder internetverbinding
C
het is alleen in het Engels beschikbaar
D
het werkt alleen op een Chromebook
Slide 11 - Quizvraag
welke browser is dit
A
Google Chrome
B
Mozilla Firefox
C
Internet Explorer
D
Safari
Slide 12 - Quizvraag
waarom hebben veel mensen moeite met ICT vaardigheden
A
programmeren is heel moeilijk
B
alles is tegenwoordig gebruiksvriendelijk
C
ze hebben de apparaten niet zelf thuis
D
alle nieuwe technologie is duur
Slide 13 - Quizvraag
het ontwerpen van een website en de bijpassende afbeeldingen past bij
A
ICT basisvaardigheden
B
design
C
AR en VR
D
informatie vaardigheden
Slide 14 - Quizvraag
4 officiele digitale vaardigheden
2 NIET officiele digitale vaardigheden
digitale vaardigheden
design
mediawijsheid
informatievaardigheden
AR en VR
computational thinking
Slide 15 - Sleepvraag
jezelf kunnen verplaatsen naar een aangepaste of andere realiteit past bij
A
ICT basisvaardigheden
B
design
C
AR en VR
D
informatie vaardigheden
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn spookvibraties
A
een verslaving aan Instagram
B
bang zijn dat je telefoon kapot gaat
C
een verslaving aan social media
D
denken dat je telefoon afgaat wat niet zo is
Slide 17 - Quizvraag
wat is het duurste onderdeel van een computer
A
videokaart
B
geheugen
C
processor
D
voeding
Slide 18 - Quizvraag
hoe heet deze knop op je toetsenbord
A
Shift toets
B
Tab toets
C
Home toets
D
Windows toets
Slide 19 - Quizvraag
Waar staan de letters ELO voor
A
elektronische leeromgeving
B
elke les opletten
C
elektronische les ophoping
D
elke leerling online
Slide 20 - Quizvraag
Waar staat het woord APP voor
A
applicatie
B
apple
C
het betekent niets
D
apparaat
Slide 21 - Quizvraag
AR of VR
A
AR
B
VR
