3.1 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Nederlands


Niveau 4
Periode 2
0PW3 / 0PK4 / 0MZ4
Esther Kamphuis
Studiejaar ' 20-'21





1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands


Niveau 4
Periode 2
0PW3 / 0PK4 / 0MZ4
Esther Kamphuis
Studiejaar ' 20-'21





Slide 1 - Tekstslide

Inloggen bij LessonUp
Via de app van LessonUp 
 www.lessonup.app

Inlogcode wordt vermeld in de chat

Slide 2 - Tekstslide

Inloggen bij LessonUp
Via de app van LessonUp 
 www.lessonup.app

Inlogcode wordt vermeld in de chat

Slide 3 - Tekstslide

Inloggen bij LessonUp
Via de app van LessonUp 
 www.lessonup.app

Inlogcode wordt vermeld in de chat

Slide 4 - Tekstslide

Inloggen bij LessonUp
Via de app van LessonUp 
 www.lessonup.app

Inlogcode wordt vermeld in de chat

Slide 5 - Tekstslide

Deze les:
  • Resultaten herkansing vorige week
  • Blik op de studiewijzer

Vandaag:
Hoofdstuk 3 grammatica
paragraaf 3.1 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Lesdoel:
Je weet aan het einde van de les hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd dient te schrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Warming-up:
Welke regel(s) ken je bij de schrijfwijze voor de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Haal de fouten uit het bericht
Beste Esmee,

Waarom beantwoordt jij mijn mails nooit? Ik weed dat jij het druk hebt, maar ik vint het erg vervelend als ik steeds op je antwoord moet wachten. Het lijkt wel of je mijn mails onbelangrijk vind.

Ik wordt hier niet echt vrolijk van, want ook ik hep het druk.

Volgende week rijdt ik langs jouw woonplaats. Ik kom dan graag even bij je langs, want ik lijdt hier echt onder. Hopelijk vindt jij dat een goed idee.

Hoor graag zo snel mogelijk van je, Bastiaan

Slide 13 - Tekstslide

Bedenk 2 zinnen en maak er een foto van:

- Één van uit de gebiedende wijs.
- Éen met de ik-vorm + t

Slide 14 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat bos (branden) ... helemaal af.
A
brand
B
branden
C
brandt
D
brandde

Slide 15 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Het vliegtuig (landen) ... op tijd.
A
land
B
landt

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Waarom schrijf je de persoonsvorm in onderstaande zin met een -t, terwijl er 'je' achter staat?

Bereidt je docent alle lessen voor?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag!


Grammatica hoofdstuk 3, 3.1 opdracht 1 + 2

Blauw/Rood? Trainer werkwoordspelling.

Slide 19 - Tekstslide