hoofdstuk 4

week 44 les 1
Bedrijfseconomie hoofdstuk 4
een eigen bedrijf
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

week 44 les 1
Bedrijfseconomie hoofdstuk 4
een eigen bedrijf

Slide 1 - Tekstslide

Waarom een eigen bedrijf
  • Gat in de markt
  • Geen goede banen
  • Je vindt iets heel leuk
  • Moeite met werken onder een baas
  • Iets opbouwen voor jezelf

Slide 2 - Tekstslide

Met wie krijg je te maken?
KvK
Belastingdienst



Slide 3 - Tekstslide

Welke vergunningen?
Omgevingsvergunning
Horecavergunning
Marktvergunning en uitstalvergunning
Winkeltijden

Slide 4 - Tekstslide

regels en vergunningen
Waarom zijn er regels en vergunningen? Wat gebeurt er als we die niet hebben?
  • Zwartwerken
  • Oneerlijke lonen

Slide 5 - Tekstslide

Valkuilen
  • Slecht voorbereid
  • Onrealistische verwachtingen
  • Voorraadbeheer
  • Wanbetalers
  • Gebrekkige administratie
  • Slechte locatie
  • Pech
  • Veranderende omstandigheden

Slide 6 - Tekstslide

4.2 Marktonderzoek en financieel plan en uitleg PO
Ondernemingsplan
We gaan met behulp van een praktische opdracht een start maken met een ondernemingsplan. 
 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

aan de slag.
Lees de praktische opdracht goed door.
maak groepjes
maak opgave 1 , 2 en 5. (3 mag je ook maken)

Slide 9 - Tekstslide

week 45 les par. 4.2
huiswerk was opgave 1,2,5,7 en 13 en 14
marktonderzoek en financieel plan
Taak deze week is werken aan je praktische opdracht
huiswerk is opgave 15 en 19

Slide 10 - Tekstslide

opgave huiswerk bespreken

Slide 11 - Tekstslide

Marktonderzoek
Dit is systematisch onderzoek naar de afzetmogelijkheden v.e. bepaald product in een gebied (tijdens een bepaalde periode)

Deskresearch: onderzoeker gebruikt materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is verzameld.
Fieldresearch: onderzoeker gaat op zoek naar informatie die nog niet aanwezig is. Een enquête is een voorbeeld hiervan.

Slide 12 - Tekstslide

financieel plan
  1. investeringsbegroting
  2. financieringsbegroting
  3. resultatenbegroting

Slide 13 - Tekstslide

Waarin ga je investeren als je een bedrijf start?

Slide 14 - Woordweb

investeringsbegroting
schatting van de uitgaven voor de benodigde bedrijfsmiddelen.

Slide 15 - Tekstslide

maak opgave 13
klaar? gewoon door gaan met 14
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Hoe komt je aan het geld om te kunnen ondernemen?

Slide 17 - Woordweb

financieringsbegroting
Hiermee bepaal je hoe je aan het geld komt dat je nodig hebt om te starten.

Slide 18 - Tekstslide

resultatenbegroting
Overzicht van de verwachte opbrengsten en kosten


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

aan de slag
 maak  opgave 14, 15 en 19
Je mag ook werken aan je praktische opdracht. 
Tot volgende week.


Slide 21 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 22 - Tekstslide

week 46 les 1
huiswerk bespreken 15 en 19
even terugkijken
uitleg paragraaf 4.3
Taak voor de komende week

Slide 23 - Tekstslide

opdracht 15 en 19
opdracht 15




opdracht 19

Slide 24 - Tekstslide

investeringsbegroting
schatting van de uitgaven voor de benodigde bedrijfsmiddelen.

Slide 25 - Tekstslide

financieringsbegroting
Hiermee bepaal je hoe je aan het geld komt dat je nodig hebt om te starten.

Slide 26 - Tekstslide

resultatenbegroting
Overzicht van de verwachte opbrengsten en kosten


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

eenmanszaak
  • Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft. De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
  • Een eenmanszaak is geen rechtspersoon.
  • De eigenaar is daarom hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van het bedrijf.

Slide 30 - Tekstslide

Een VOF
  • VOF staat voor Vennootschap Onder Firma
  • Twee of meer mensen eigenaar
  • Ook hoofdelijk aansprakelijk
  • Inkomstenbelasting

Slide 31 - Tekstslide

BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap). De eigenaren hebben een aandeel in het bedrijf. Privé niet aansprakelijk. 
BV: Aandelen kunnen niet zomaar door iedereen worden gekocht
NV: Aandelen kunnen wel door iedereen worden gekocht (denk aan de beurs)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

groepjes PO
ik wil de namen van de verschillende groepjes op papier!
Dus...................
schrijf de namen van je groepje op en geef het aan mij!

Slide 34 - Tekstslide

De praktische opdracht
Maak een tekening van het product en geef de volgende  zaken aan in deze tekening:
  • Wat is er zo bijzonder aan jullie product?
  • Wat is de doelgroep?
  • Waar gaan jullie het product verkopen?
  • Zijn er vergunningen nodig? 

Slide 35 - Tekstslide

aan de slag:
huiswerk opgaven  22 en 23 en 31 en 34 van H.4
Taak opgave 20,24,25 en 26 van H4.
Werk aan je huiswerk en aan je taken!

Slide 36 - Tekstslide

week 48 les 1
even terugkijken
bespreken opgaven 22, 23, 31 en 34
taak week 47 aftekenen (20,24,25 en 26)
maatschappelijk verantwoord ondernemen
Start hoofdstuk 6

Slide 37 - Tekstslide

eenmanszaak
  • Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft. De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
  • Een eenmanszaak is geen rechtspersoon.
  • De eigenaar is daarom hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van het bedrijf.

Slide 38 - Tekstslide

Een VOF
  • VOF staat voor Vennootschap Onder Firma
  • Twee of meer mensen eigenaar
  • Ook hoofdelijk aansprakelijk
  • Inkomstenbelasting

Slide 39 - Tekstslide

BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap). De eigenaren hebben een aandeel in het bedrijf. Privé niet aansprakelijk. 
BV: Aandelen kunnen niet zomaar door iedereen worden gekocht
NV: Aandelen kunnen wel door iedereen worden gekocht (denk aan de beurs)

Slide 40 - Tekstslide

huiswerk 22 en 23 

Slide 41 - Tekstslide

lezen paragraaf 4.4
timer
1:00

Slide 42 - Tekstslide

MVO
Rekening houdend met alle gevolgen voor de maatschappij en het milieu bij alle handelingen die de onderneming verricht. 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

opdracht 31 en 34

Slide 45 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
De financien in balans

Slide 46 - Tekstslide

0

Slide 47 - Video

Balans
Links = Bezittingen = Debet=activa


Rechts = eigen vermogen en vreemd vermogen= credit= passiva

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

aan de slag
Huiswerk voor de volgende les is van hoofdstuk 6 opdracht 9. Nu maken en daarna verder met je praktische opdracht.
Taak deze week:opdracht 6.1, 6.3, 6.4 en 6.5

Slide 50 - Tekstslide