5.4 Hoe vind je werk?

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met
'de vraag naar arbeid'
A
Mensen die willen gaan werken
B
Mensen die werk zoeken
C
Alle banen bij de bedrijven en overheid
D
Bedrijven en overheid die mensen zoeken.

Slide 4 - Quizvraag

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 5 - Quizvraag

Moos is 15 jaar en is vakkenvuller.
Hoort hij bij de beroepsbevolking?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.

Slide 8 - Quizvraag

Bij een tekort op de arbeidsmarkt zijn er te veel ....
A
banen.
B
werknemers.
C
werkzoekenden.
D
werklozen.

Slide 9 - Quizvraag

Geregistreerde

Verborgen
Tijdelijk
Langdurig
Frictiewerkloosheid

Seizoenswerkloosheid

Regionale

Slide 10 - Sleepvraag

Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat de afkorting CBS voor?

Slide 12 - Open vraag

Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele

Slide 13 - Quizvraag

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid

Slide 14 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Is er hier sprake van conjuncturele werkloosheid?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Bij een groeiende economie stijgt de werkloosheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hoe kom je aan werk?
Er zijn veel manieren om aan werk te komen. Wij behandelen er hier 5. Als je werkt zoekt, dan kun je:

  1. zoeken naar vacatures
  2. Een open sollicitatie doen
  3. Je netwerk gebruiken
  4. Naar een uitzendbureau
  5. Naar het UWV Werkbedrijf
Dit zijn open plekken voor een baan die vrij is en die jij kunt gaan doen.
Als er geen vrije baan is, kun je een bedrijf binnenlopen of een e-mail sturen met de vraag of er werk voor jou beschikbaar is. Je solliciteert dan bij het bedrijf, en niet op een vacature.
Door kennissen en vrienden te vertellen dat jij een baan zoekt, kunnen zij jou helpen.
Een uitzendbureau is een kantoor waar verschillende (vaak tijdelijke) vacatures beschikbaar zijn. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Het CV
Een Curriculum Vitae is een document waar de volgende dingen in staan:
  • Een pasfoto van jezelf
  • Jouw gedane opleidingen
  • Het werk dat jij allemaal al hebt gedaan
  • Jouw vaardigheden (wat kun jij?)

Slide 26 - Tekstslide

Werk krijg je alleen maar door te solliciteren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Een baan waar een bedrijf iemand voor zoekt.
A
Sollicitatie
B
Vacature
C
Vakbond
D
Contract

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide