Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
B3 genenparen en kruisingen
Chromosomen
Thema 5, basisstof 2
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Chromosomen
Thema 5, basisstof 2
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhaling BS 1 + BS 2
BS 3 variatie in genotype
Zelfstandig werken
Herhaling
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
genotype of fenotype?
genotype of fenotype?
Slide 3 - Tekstslide
Hoeveel chromosomen bevat een eicel?
A
12
B
23
C
46
D
92
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het geslachtschromosoom in een zaadcel?
A
Y
B
X
C
X of een Y
D
XX
Slide 5 - Quizvraag
Als je geslachtschromosomen XX zijn, ben je een ....
A
Vrouw
B
Man
Slide 6 - Quizvraag
H5 BS 2 - Chromosomen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
waarom heeft de een bruine en de ander blauwe ogen?
Slide 9 - Tekstslide
Homozygoot of Heterozygoot
Homo betekent 'gelijk'
Hetero betekent 'verschillend'
Slide 10 - Tekstslide
Als iemand heterozygoot is voor oogkleur. dus een gen voor bruine en een gen voor blauwe ogen heeft. welk fenotype zal deze persoon dan hebben?
A
Blauwe ogen
B
Bruine ogen
C
Een mix van bruin en blauw
D
een totaal andere kleur
Slide 11 - Quizvraag
hoe kan dat?
Het gen voor bruine ogen is '
dominant'
→
Een dominant gen komt.
altijd tot uiting.
Het gen voor blauwe ogen is '
recessief'
→
Een recessief gen komt alleen.
tot uiting als het dominante gen
niet aanwezig is.
Slide 12 - Tekstslide
Symbolen voor genen
Voor elke erfelijke eigenschap gebruik je een letter
- Bij het dominante gen gebruik je een 'Hoofdletter' (A)
- bij het recessieve gen gebruik je een 'kleine letter' (a)
genotypen: AA / Aa / aa
Slide 13 - Tekstslide
Charlie - haarkleur
Genotype:
Bb
Fenotype:
Bruin haar
Slide 14 - Tekstslide
Genotypen a A - A A - a a
Slide 15 - Tekstslide
Kruisingsschema
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
verandering in genotype.
door mutatie in het DNA onstaat er een nieuwe code voor het genotype.
deze verandering kan positief zijn (vergrote overlevingskans)
maar ook negatief.
Slide 19 - Tekstslide
Hoe zat dat ook alweer?
Veranderingen in genotypen = het ontstaan van genetische variatie
Nieuw genotypen ontstaan bij:
Geslachtelijke voortplanting
Mutaties
Nieuwe fenotypen komen tot stand door:
Het genotype
Invloeden uit het milieu
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag
Leren: BS 1 + 2
Maken: BS 3, opdracht: 1, 2, 3 of 4 + 5, 6, 8 en 11
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
D2BTh6 B3bc:Oefenen
April 2019
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
9.2 Stamboomonderzoek
Mei 2023
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.2 Stamboomonderzoek
Juni 2022
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
D2BTh6 B3c: OUD OUD ANTW Kruisingsschema's lln
Mei 2019
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
5.3 Stamboomonderzoek dl1
Mei 2023
- Les met
44 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Erfelijke eigenschappen: overerving en ethiek
Mei 2023
- Les met
20 slides
B2 genenparen en kruisingen
Februari 2023
- Les met
28 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
3KGT Thema 3 3.2 genenparen en kruisingen
Februari 2023
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3