Examentraining

Examentraining - 4C
1. Toets bespreken
2. Uitleg over theorie leesvaardigheid (Strategie)
2. Teksten met vragen
2. Nakijken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Examentraining - 4C
1. Toets bespreken
2. Uitleg over theorie leesvaardigheid (Strategie)
2. Teksten met vragen
2. Nakijken

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
Lees de tekst en beantwoord de 2 vragen (4 antwoorden).

Straks bespreken wij waarom je hiervoor hebt gekozen, dus bereid je voor op een mondelinge onderbouwing
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Programma
1. Overzicht type vragen 
2. Oefenen

Slide 3 - Tekstslide

Type vragen
1.  Meerkeuzevragen
2. Vragen over de inleiding
3. Vragen over deelonderwerpen
4. Vragen over tekstverbanden
5. Vragen over de functie van een alinea
6. Vragen over het doel van een tekst
7. Open vragen
8. Vragen over hoofdzaken
9. Vragen bij een advertentie

Slide 4 - Tekstslide

Meerkeuzevragen
Aanpak:
1.  Lees de vraag, nog niet de antwoorden.
2. Zoek het stukje in de tekst waar het antwoord ongeveer in zou moeten staan. Lees dit stukje heel precies door.
3. Zoek en/of formuleer zelf het antwoord uit de tekst.
4. Lees dan nu de antwoorden en kies het antwoord dat het beste past.

Let op!
- Antwoorden staan in alfabetische volgorde. Je kunt dus wel 7x achter elkaar A hebben.
- Kies altijd (maar) een antwoord. Ook als je het echt niet weet. 

Slide 5 - Tekstslide

Vragen over de inleiding
  • Inleiding = eerste deel van de tekst.
  • Kan uit meerdere alinea's bestaan. 
  • Lees in HS 1 Lezen nog eens goed door wat een schrijver kan doen in een inleiding en hoe je dat kunt herkennen. 

Veelvoorkomende vragen over de inleiding zijn:
  • Op welke manier(-en) wordt de tekst ingeleid?
  • Welke alinea('s) vormt/vormen de inleiding?

Slide 6 - Tekstslide

Vragen over deelonderwerpen
  • Deelonderwerpen = verschillende delen van het onderwerp waarover wordt verteld in het middenstuk van een tekst.
  • Meerdere alinea's kunnen over hetzelfde deelonderwerp gaan.
  • Aan tussenkopjes kun je soms zien over welk deelonderwerp de volgende alinea of alinea's zullen gaan.

Veelvoorkomende vragen over deelonderwerpen zijn:
  • Alinea 5 en 6 horen bij elkaar. Welk tussenkopje geeft het best de inhoud weer van deze alinea's samen?
  • Welke alinea of alinea's gaan over de kenmerkende eigenschappen van de tuinslak?
  • Bedenk een tussenkopje bij alinea's 10 en 11.

Slide 7 - Tekstslide

Vragen over tekstverbanden
Zinnen en alinea's van een tekst hebben met elkaar te maken. Er is samenhang en ze hebben een verband met elkaar.
Zorg dat je de belangrijkste tekstverbanden en de bijbehorende signaalwoorden kent. 

Veelvoorkomende vragen over tekstverbanden en signaalwoorden zijn:
  • Welk verband is er vooral tussen alinea 4 en 5?
  • Alinea 1 en 2 sluiten op verschillende manieren op elkaar aan. Kruis in de uitwerkbijlage aan welke verbanden er zijn tussen deze alinea's.
  • Welk verband bestaat er tussen zin A en zin B?

Slide 8 - Tekstslide

Vragen over functie van alinea
Een schrijver verdeelt zijn tekst in alinea's. 
Soms wordt er gevraagd naar de bedoeling of functie van een alinea. 
Meestal gaat dit over het slot. Soms over een alinea uit het middenstuk. 
In HS 1 Lezen kun je nogmaals teruglezen wat de functies van het slot zijn.

Veelvoorkomende vragen over de functie van een alinea zijn:
  • Wat is de belangrijkste functie van alinea 10?
  • Een schrijver kan een tekst op verschillende manieren afsluiten:
Aanbeveling doen, conclusie trekken, samenvatting geven, toekomstverwachting geven, etc.
Op welke 2 manieren doet de schrijver van tekst 1 de tekst afsluiten?

Slide 9 - Tekstslide

Vragen over tekstdoelen
Een van de laatste vragen bij een tekst kan gaan over het doel of de doelen van de tekst. 

Aanpak:
- Bekijk titel, bron en hoofdgedachte. 
- Vraag jezelf af: wat wil die schrijver nu bij mij als lezer bereiken? (moet ik iets gaan kopen, wil hij mij overtuigen van zijn mening? Word ik gewaarschuwd, weet ik nu hóe ik iets moet doen? Etc)


Slide 10 - Tekstslide

Open Vragen 
Aanpak: 
1. Lees de vraag goed. Wat moet ik hier nu precies doen?
Bijvoorbeeld: 
Noem twee voorbeelden.... (schrijf dan twee dingen op!)
Leg uit, Verklaar, Licht toe..... (geef uitleg in je eigen woorden, geen zinnen overschrijven!)
Citeer een zin ... (kies één zin, van hoofdletter tot punt, vraag- of uitroepteken. Schrijf deze hele zin over  of noteer slechts het eerste en het laatste woord. Vergeet geen leestekens!
"Er kwamen geen resultaten uit het onderzoek die het tegendeel bewijzen."  OF "Er (...) bewijzen." Eventueel mag je er nog achter zetten (r. 23-24) maar dit hoeft niet.
Citeer een zinsgedeelte.... (Kies een stukje van een zin, niet de hele zin. Schrijf alle woorden over of alleen het eerste en laatste woord, zoals hierboven. Vergeet wederom de leestekens niet.
Gebruik maximaal / niet meer dan 10 woorden  (Gebruik dan ook niet meer dan 10 woorden anders is het sowieso fout!)

Schrijf altijd iets op, ook al weet je het niet. 

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen:
  • Wat: Ga naar bladzijde 181 in je Nederlands boek en beantwoord de vragen van opdr 14 t/m 15 over open vragen en tekstdoelen. De teksten kun je vinden op blz 168-173.
  • Hoe: Zelfstandig 
  • Nodig: iPad of Nederlands boek / schrift.
  • Geluid: zachtjes overleggen mag, muziek in mag
  • Hulp: Docent, stel je vragen!
  • Tijd: 15 min
  • Klaar:  Doe even iets voor jezelf.

timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Maak voor volgende les (15 april) opdracht 16 t/m 21 en lees de bijbehorende groene uitlegkaders.

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen met leesvaardigheid
Maak nu de 11 vragen bij de tekst
De eerste 5 vragen worden klassikaal besproken.

Slide 14 - Tekstslide