In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Formatieve Les H10
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik weet wat een loodlijn is.
Ik teken middelloodlijnen en gebruik middelloodlijnen.
Ik teken hoogtelijnen en gebruik hoogtelijnen.
Ik teken deellijnen en gebruik deellijnen.
Ik teken zwaartelijnen en gebruik zwaartelijnen.
Ik kan een omgeschreven cirkel tekenen.
Ik kan een ingeschreven cirkel tekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Werk eventueel je antwoord uit op papier en upload daar een foto van.
Geef na het bespreken aan of je de opdracht begrepen had.
Slide 3 - Tekstslide
1. In de gelijkbenige driehoek ABC is ∠A = 42°. Is driehoek ABC een scherphoekige driehoek of een stomphoekige driehoek? Verklaar je antwoord.
Slide 4 - Open vraag
2. In de gelijkbenige driehoek ABC is ∠A = 42°. Teken op het werkblad de hoogtelijn uit punt C.
Slide 5 - Open vraag
3. In de gelijkbenige driehoek ABC is ∠A = 42°. Leg uit waarom deze hoogtelijn uit punt C ook een middelloodlijn is van driehoek ABC.
Slide 6 - Open vraag
4. In de gelijkbenige driehoek ABC is ∠A = 42°. Teken het hoogtepunt H van driehoek ABC.
Slide 7 - Open vraag
5. Welke lijn verdeelt een driehoek in twee stukken met gelijke oppervlakten?
Slide 8 - Open vraag
6. Construeer op het werkblad in ΔABC de deellijn van ∠C.
Slide 9 - Open vraag
7. Teken op het werkblad de omgeschreven cirkel van ΔDEF.
Slide 10 - Open vraag
8. Bij welk bijzondere driehoek is het middelpunt van de omgeschreven cirkel ook het middelpunt van de ingeschreven cirkel? Verklaar je antwoord.
Slide 11 - Open vraag
9. In ∆KLM is ∠L = 90°, KL = 10 en LM = 7. Punt N is het midden van zijde KM. Welke bijzondere lijn is LN?
Slide 12 - Open vraag
10. In ∆KLM is ∠L = 90°, KL = 10 en LM = 7. Punt N is het midden van zijde KM. Hoe groot is de oppervlakte van ∆KLN?
Slide 13 - Open vraag
11. In driehoek ABC is ∠A = 35°, AB = 5 cm en BC = 5,5 cm. Teken driehoek ABC.
Slide 14 - Open vraag
12. Construeer in de driehoek van de vorige opgave de middelloodlijn van AC.
Slide 15 - Open vraag
13. Teken op het werkblad de ingeschreven cirkel van driehoek KLM.
Slide 16 - Open vraag
14. In een attractiepark is een driehoekig zwembad aangelegd. Tycho is aan het zwemmen, maar krijgt kramp. Hij wil zo snel mogelijk naar de kant. Geef in de tekening op het werkblad met een lijn de kortste route naar de kant aan.
Slide 17 - Open vraag
15. Er zijn drie badmeesters aanwezig. Aan elke kant van het zwembad staat er één. Elke badmeester is verantwoordelijk voor het deel van het zwembad dat het dichtst bij zijn kant ligt. Geef met drie verschillende kleuren de gedeelten van het zwembad aan, waarvoor elk van de badmeesters verantwoordelijk is.
Slide 18 - Open vraag
Beheers je H10?
Neem de nummers van de leerdoelen uit de volgende tabel over en bekijk daarna per leerdoel of je alles van dat doel beheerst.