Oefentoets 3H H5

Oefentoets 3H H5
Met deze oefentoets kun je voorbereiden voor het proefwerk. Deze oefentoets geeft een idee bij het soort vragen dat je kunt verwachten, maar niet alles. 

De toets geeft de vraag en het modelantwoord, zodat je kunt checken jouw antwoord goed was.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieWOMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets 3H H5
Met deze oefentoets kun je voorbereiden voor het proefwerk. Deze oefentoets geeft een idee bij het soort vragen dat je kunt verwachten, maar niet alles. 

De toets geeft de vraag en het modelantwoord, zodat je kunt checken jouw antwoord goed was.

Slide 1 - Tekstslide

Geef een omschrijving van het begrip:
vaste activa

Slide 2 - Open vraag

Geef een omschrijving van het begrip:
crediteuren

Slide 3 - Open vraag

Leg op twee punten het verschil uit tussen een balans en een resultatenrekening.

Slide 4 - Open vraag

Afschrijvingskosten

Slide 5 - Tekstslide

Een bedrijf heeft op 1 januari 2019 voor € 28.000 een transportauto gekocht en zal die 31 december 2025 afdanken. Ook is op 1 januari 2019 een computer met toebehoren aangeschaft voor € 2.000 die na vier jaar volledig wordt afgeschreven en geen restwaarde heeft.

Bereken de jaarlijkse afschrijvingen op transportauto en computer voor dit bedrijf samen.

Slide 6 - Open vraag

Fietsenmaker Kerstens verkoopt fietsen en fietsonderdelen. Hij heeft een winkelpand met een waarde van € 312.000. Het winkelpand wordt in 20 jaar geheel afgeschreven.

Bereken de jaarlijkse afschrijving op het winkelpand.

Slide 7 - Open vraag

Resultatenrekening
Rons Bike Palace

Slide 8 - Tekstslide

Ron is altijd al met fietsen in de weer geweest en is een aantal jaren geleden een fietswinkel begonnen (Rons Bike Palace) in de binnenstad van Amsterdam. De bank heeft hem een hypotheeklening verstrekt om het bedrijfspand te kunnen kopen. Tevens heeft hij nog een lening bij zijn vader lopen. Ron heeft sinds twee jaar een werknemer in loondienst.

Slide 9 - Tekstslide

De rente op de hypotheeklening is 6,5% per jaar. Deze lening wordt in 30 jaar afgelost. De aflossing vindt elk jaar op 31 december plaats en bedraagt € 10.000. Op die datum wordt ook de rente betaald.

De rente over de lening van zijn vader is 8,5% en wordt in 10 jaar in gelijke delen afgelost. Telkens op het einde van het jaar lost hij € 7.500 af. Op die datum wordt ook de rente betaald.

Bereken de rente die Ron in totaal over beide leningen moet betalen dit jaar.

Slide 10 - Open vraag

Bereken de totale omzet inclusief 21% btw.

Slide 11 - Open vraag

Bereken de inkoopwaarde van de omzet exclusief 21% btw.

Slide 12 - Open vraag

Bereken de behaalde brutowinst.

Slide 13 - Open vraag

Bereken de brutowinst als percentage van de omzet (= brutowinstmarge)

Slide 14 - Open vraag

Balans / balansmutaties
Klaas Tuinsma

Slide 15 - Tekstslide

Klaas Tuinsma heeft een winkel in huishoudelijke artikelen. Hij koopt goederen bij groothandels in en verkoopt de goederen in zijn winkel. 

Op 1 januari heeft hij onderstaande balans opgemaakt:








Gedurende het jaar vonden een aantal gebeurtenissen plaats die Klaas Tuinsma heeft moeten verwerken in mutatiebalansen. Maak voor elk van de financiële feiten een mutatiebalans.

Slide 16 - Tekstslide

In januari wordt voor € 250 strooizout gekocht om de sneeuw op de parkeerplaats / oprit te verwijderen. De rekening wordt direct betaald.

Slide 17 - Open vraag

Klaas koopt en ontvangt 1.000 huishoudartikelen à € 125 per stuk maar betaalt nog niet.

Slide 18 - Open vraag

Klaas verkoopt 1.200 huishoudartikelen voor € 200 per stuk. De inkoopwaarde bedraagt € 150.000. De klant betaalt 50% van de rekening direct en de rest over een maand.

Slide 19 - Open vraag

De auto die op de balans staat is per 1 januari € 6.000 waard. De auto gaat nog 6 jaar mee en wordt dan naar de sloop gebracht en brengt dan dus niets meer op. De auto wordt afgeschreven met een vast bedrag per jaar.

Slide 20 - Open vraag

De inventaris is nieuw en wordt in 4 jaar afgeschreven. De huidige waarde is € 30.000. Verwacht wordt dat de inventaris na 4 jaar nog € 2.000 opbrengt.

Slide 21 - Open vraag

De overige bedrijfskosten bedragen € 25.000 en worden via de bank betaald

Slide 22 - Open vraag

Einde toets

Slide 23 - Tekstslide