1.4 Schrijven en formuleren les 2

Voordat we beginnen
  • Goedemorgen
  • Mobiel in telefoontas
  • Boek en etui op tafel

  • Geen IPad nodig
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voordat we beginnen
  • Goedemorgen
  • Mobiel in telefoontas
  • Boek en etui op tafel

  • Geen IPad nodig

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Bespreken huiswerk
  • Instructie
  • Oefenen schrijven zakelijke brief
  • Volgende week SO
     (staat in Magister)
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
• hoe je een zakelijke brief schrijft 
• hoe je een alinea opbouwt 

Slide 3 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Leerdoel vandaag
• hoe je een alinea opbouwt 

Slide 4 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Bespreken huiswerk

Opgave 2, 4 en 5 blz. 43-44

Slide 5 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Opgave 5 c voorbeeld inleiding

Op 15 september ontving mevrouw L. van Kasteren een brief van u over onze actie Afika Digitaal. Helaas hebben we daarna niets meer van u gehoord. Daarom sturen wij u deze brief.

Slide 6 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Een zakelijke brief heeft vaste onderdelen (kijk ook naar het voorbeeld)

- de afzender (wie hem schrijft)
- Plaats en datum
- de geadresseerde (aan wie schrijf je de zakelijke brief)
- het onderwerp (waar gaat het over)
- De aanhef (soort van nette begroeting)
- Inleiding 
- kern
- slot 
- afsluiting (je groet de lezer)


Slide 7 - Tekstslide

Vragen over het voorbeeld van de zakelijke brief?

Slide 8 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Een zakelijke brief heeft een vaste indeling

- Inleiding
- Kern
- Slot

Slide 9 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Opbouw van een alinea

Een tekst bestaat uit alinea’s. Dit geldt ook voor een zakelijke brief. Als je goede alinea’s schrijft, is de opbouw van je brief duidelijker. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.

Slide 10 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Opbouw van een alinea
Zo maak je goede alinea’s:
  • Behandel in elke alinea één deelonderwerp. Een deelonderwerp is een tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt.
  • Begin de alinea met de kernzin: dat is de belangrijkste zin van de alinea.
  • Geef in de volgende zinnen een toelichting op de kernzin.
    Je kunt een voorbeeld geven of je geeft meer uitleg over het deelonderwerp.
  • Wil je een nieuw deelonderwerp behandelen?Schrijf dan een nieuwe alinea. 
  • Start de nieuwe alinea op een nieuwe regel.
    Je kunt ook een regel overslaan: dit is een witregel.

Slide 11 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Aan de slag
- Maken opgave 8 en 9a 

- Voor opgave 9 krijg je ook extra informatie op papier.
- Je gaat de kern en het slot schrijven.
- De kern bevat minimaal twee deelonderwerpen, bijvoorbeeld:
   1. De laptops zijn nog niet opgehaald.
   2. De laptops moeten opgehaald worden.
- Schrijf een kort maar duidelijk slot.
- Sluit de brief op de goede manier af


Slide 12 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
- Opgave 9 c
  Je gaat de kern en het slot schrijven bij de inleiding.
  Je mag je eigen inleiding gebruiken of de voorbeeld inleiding die je van mij
   krijgt.
- Voor opgave 9 krijg je extra informatie op papier.

Slide 13 - Tekstslide

1.4 Schrijven en formuleren
Opgave 5 c voorbeeld inleiding

Op 15 september ontving mevrouw L. van Kasteren een brief van u over onze actie Afika Digitaal. Helaas hebben we daarna niets meer van u gehoord. Daarom sturen wij u deze brief.

Slide 14 - Tekstslide