2H Welkom terug van vakantie quiz- regenten en vorsten

Regenten en vorsten
De welkom terug na de vakantie quiz

Gelukkig nieuwjaar!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Regenten en vorsten
De welkom terug na de vakantie quiz

Gelukkig nieuwjaar!

Slide 1 - Tekstslide

In welke periode valt de tijd van de Regenten en vorsten?
Noem de jaartallen.

Slide 2 - Open vraag

Wat is een regent?

Slide 3 - Open vraag

Waarom moest de adel van Lodewijk XIV op het paleis Versailles verblijven?

Slide 4 - Open vraag

"De koning heeft alle macht"
Welk begrip hoort hierbij?
A
abolutionisme
B
nationalisme
C
feminisme
D
absolutisme

Slide 5 - Quizvraag

De Republiek was een
A
Aristocratie
B
Democratie
C
Monarchie
D
Oligarchie

Slide 6 - Quizvraag

Gouden Eeuw was de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 7 - Quizvraag

In de Gouden Eeuw waren de meeste Nederlanders
A
Lutheranen
B
Calvinisten
C
Rooms-katholieken
D
Anglicanen

Slide 8 - Quizvraag

Wie had in de Republiek de functie van legerleider?
A
De stadhouder
B
De raadspensionaris

Slide 9 - Quizvraag

Raadspensionaris ( 2 antwoorden)
A
opperbevelhebber Staatse leger
B
hoofd van Staten-Generaal
C
benoemt regenten
D
bepaalt militair beleid

Slide 10 - Quizvraag

0

Slide 11 - Video

Amsterdam als stapelmarkt

Slide 12 - Tekstslide

Pakhuizen
Goederen werden opgeslagen om daarna verkocht te worden (stapelmarkt)

Slide 13 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat handel is.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat nijverheid is.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Amsterdam wordt handelscentrum van Europa

Kapitalisme

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent kapitalisme?
A
Geld geven aan een goed doel
B
Geld investeren
C
Geld investeren om winst te maken
D
Geldzaken

Slide 19 - Quizvraag

Producten opslaan om later te verhandelen noem je:
A
handelskapitalisme
B
stapelmarkt
C
VOC-principe
D
pakhuispolitiek

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noem je het economisch systeem waarbij kooplieden zich bezig houden met handel en nijverheid en een deel van de winst investeren?
A
Handelskapitalisme
B
Wereldeconomie
C
VOC
D
Wereldse handel

Slide 21 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat een 'stapelmarkt' betekent

Slide 22 - Open vraag

0

Slide 23 - Video

Immigratiestroom
  • Religieus, politiek en economisch gemotiveerd.

  1. Religieus: bijv. hugenoten uit Frankrijk.
  2. Politiek: bijv. door oorlogen in andere gebieden.
  3. Economisch: bijv. joodse kooplieden.






  • Gevolg: sterke groei van steden (vooral Amsterdam)

Slide 24 - Tekstslide

Meer bevolking betekent ook:
  • Meer ruimte nodig voor huizen, in bijvoorbeeld Amsterdam: uitbreiding met drie brede grachten met grote woonhuizen er langs

  • Meer voedsel nodig: inpolderen en droogmaken van meren, zoals de Beemster en de Wormer (zorgt ook voor minder overstromingen)

Slide 25 - Tekstslide

Rijk...

  • Regenten (rijke bestuurders), kooplieden en handelaren

  • Woonden in grote grachtenpanden ('De Gouden Bocht') in Amsterdam of in grote buitenhuizen (aan de Vecht)

Slide 26 - Tekstslide

Maken

Paragraaf 3.2: Opdrachten 1 t/m 4


Slide 27 - Tekstslide