U5 les 4: voorbereiding toets

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Vendredi 31 mai

Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt de vervoeging van voir (A3);

- Jij kunt de aanwijzende voornaamwoorden "ce, cet, cette et ces" gebruiken (A5);

- Jij kunt woorden uit A1, A2, A4 en A6 vertalen;

- Jij kunt een landschap beschrjven (met woorden uit A1 t/m A6).

Objectif numéro 1

Jij kunt de vervoeging van voir (A3) in de tegenwoordige tijd en in de passé composé (verleden tijd)

Het werkwoord voir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.

Je

Tu

Il/Elle/On

Nous

Vous

Ils/Elles

vois

voient

voit

voyez

voyons

vois

Vervoeg het hele werkwoord "voir" (zien) in de tegenwoordige tijd: je... tu... il/elle/on... nous... vous... ils/elles...

Vertaal: wij hebben gezien

Objectif numéro 2

Jij kunt de aanwijzende voornaamwoorden "ce, cet, cette et ces" gebruiken (A5)

Het aanwijzend voornaamwoord

Ce, cet, cette of ces betekent in het Nederlands die, deze, dit of dat 

... site touristique (m) est joli

1. ce
2. cette
3. cet
4. ces

... statue (v) est belle

1. ce
2. cette
3. cet
4. ces

... chanteuses sont impressionnantes !

1. ce
2. cette
3. cet
4. ces

... hôtel est très cher ! 300 euros pour une nuit !

1. ce
2. cette
3. cet
4. ces

Objectif numéro 3

Jij kunt woorden uit A1, A2, A4 en A6 vertalen.

het platteland

de middeleeuwen

de eeuw

de begraafplaats

Il a eu 5 à son test... Il est :

1. parfait
2. déçu
3. enfantin
4. tranquille

Objectif numéro 4

Jij kunt van het hoofdtelwoord een rangtelwoord maken.

De rangtelwoorden

              Je kent de rangtelwoorden in het Frans.

eerste: premier, première                           zesde: sixième

tweede: deuxième of second                   zevende: septième

derde: troisième                                              achtste: huitième

vierde: quatrième                                            negende: neuvième

vijde: cinquième                                               tiende: dixième

Première 

Deuxième 

à droite 

à gauche 

Tout droit 

Troisième 

Rue 

Rechtsaf/ rechts

Eerste 

Linksaf/ links 

Rechtdoor 

Straat 

Tweede 

Derde

11e?

Objectif numéro 5

BONUS !!

Jij kunt de ontkenning

français	néerlandais
ne .... pas
ne .... plus
ne .... jamais
ne .... rien
ne ... pas encore

Vertaal de ontkenningen:

niet ... meer

niets

nog niet

niet / geen

nooit

Les questions

• Il parle l'arabe ? (niet)
• Non, il ... ... ...  l'arabe
• Non, il ne parle pas l'arabe.
• Tu vas en France pour les vacances ? (nooit) 
• Non, je ... ... ... en France pour les vacances
• Non, je ne vais jamais en France pour les vacances

Objectif numéro 6

Les phrases / de zinnen

(8 punten!)

Il y a : er is/ er zijn, maar ook...:

• Il y a 1 an, tu étais en 1ère année !
• Il y a trois semaines, tu étais en vacances !
• Il y a 1 jour, c'était mercredi !
• Qu'est-ce que c'est, "il y a", dans ce contexte ?
• geleden
• il y a 3 ans : 3 jaar geleden.

al

slecht

goed

vaak

altijd

veel

souvent

toujours

bien

mal

beaucoup

déjà

2 jaar geleden heb ik deze stad al bezocht.

Objectif numéro 7

Jij kunt een landschap beschrjven.

Qu'est-ce que tu vois ?

Qu'est-ce que tu vois ?

Lesdoelen behaald?

- Jij kunt de vervoeging van voir (A3);

- Jij kunt de aanwijzende voornaamwoorden "ce, cet, cette et ces" gebruiken (A5);

- Jij kunt woorden en zinnen vertalen;

- Jij kunt de ontkenning.

Lesdoelen behaald?

😒🙁😐🙂😃